Overlijden, deelneming

page 1

Een leven valt stil,
zoals een blad valt,
en God raapt het op.
Innige Deelneming.


Wij bieden U onze
kristelijke deelneming aan,
in de zware rouw die
U komt te treffen.


Delen oprecht het verdriet
In de rouw die u treft
Bij dit droevig afscheid.


Bij U mijn God kom ik thuis.
Christelijke deelneming.

Afscheid nemen
Is met zachte vingers
Wat voorbij is
Dicht doen
En verpakken
In goede gedachten
Der herinnering.


O, die vertrouwde kleine dingen
Die je zo onopvallend deed
Die zullen we missen, tot dit leed
Verstild is tot herinneringen.


Gescheiden door de tijd,
Verbonden in liefde,
Voor eeuwig.
Innige deelneming.

Heel bijzonder, heel gewoon
Gewoon
Een heel bijzondere man ….


Nooit meer je bulderende lach
Nooit meer je sterke verhalen
Nooit meer je humor
Nooit meer je nieuwe ideeën
Nooit meer "begrijp je wat ik bedoel"
Nooit meer….


Niets is zinloos
Wanneer het
Een herinnering
Nalaat.


Leven is als sneeuw
Je kunt het niet bewaren
Troost is dat jij er was
Uren, maanden, jaren.

Hij had nog zoveel plannen
Hij wou nog zoveel doen
Het is voorbij
Het hoeft niet meer
't is niet meer dan …
Maar toen.


Het laatste blad valt van de tak
Er zal geen nieuw meer groeien
De tak sterft af, niet al het blad
En nimmer zal hij meer bloeien.


Lieve oma
Te klein, ben ik om te begrijpen
Te klein, ben ik om te weten
Te klein, ben ik om je te verliezen
Groot ben ik om van je te houden.

Dank je wel, geleende schouder
Dat ik even leunen mocht
Dat ik even klein mocht wezen
Dat een hand de mijne zocht
Dank je wel, troost zonder woorden
Voor het simpele, stille zijn
Voor het trachten mee te dragen
Van dezelfde zielenpijn.


Er zijn vragen gesteld in 't leven
Waar de antwoorden zo moeilijk op zijn
Ze hoeven nu niet meer te worden gegeven
Voorbij is 't zoeken, gestopt is de pijn
Je gebeden zijn verhoord
Hij kwam je halen, in ons leef je voort.

Achter je ligt een leven
Van werken en plicht
En juist dat bepaalde
In alles jouw gezicht
Flink was jij je hele leven
Moedig ben je tot het einde gebleven
Flink wil je nu dat wij zullen zijn
Maar afscheid nemen
Doet ons zo'n pijn.


Sterven doe je niet ineens
Maar af en toe 'n beetje
En alle beetjes die je stierf
'T is vreemd, maar die vergeet je
Het is je dikwijls zelfs ontgaan
Je zegt ik ben wat moe
Maar op 'n keer dan ben je aan
Je allerlaatste beetje toe.

Met je eigen lichaam
In gevecht
Je geest zo ver verheven
Is je strijd
Ten nadele beslecht
En kon je niet blijven leven.


Iets liefs is weg
Komt nooit terug
Ik kan het niet begrijpen
En treft het jou
Zoals nu mij.
Zal jij het dan begrijpen ….


Niemand weet wat leven is
Alleen dat het gegeven is
En dat van dit geheimenis
God het begin en einde is.

Ik heb drie schatten
Die ik koester en behoed
De eerste is de liefde
De tweede tevredenheid
De derde bescheidenheid.


Het pad dat je gaat
Is het pad dat je kiest
De dag dat je aarzelt
Is de dag dat je verliest.


Je was een rots in de branding
en koerste recht door zee
Je trotseerde storm en golving
alleen … je had de wind niet mee.

Niemand die het weten kan
Hoeveel ik van je hou
Niemand die mij troosten kan
In mijn verdriet om jou
Niemand die begrijpen zal
Hoe vreselijk ik je mis
Niemand die beseffen zal
Hoe erg die pijn wel is.


Mijn avond gaat vallen
't wordt kil om me heen
Straks moet ik vallen
En laat jullie alleen
Vergeving voor fouten en
Voor wat mis is gegaan
Maar kom in mijn nacht
Dicht om mij staan
De tranen in mijn ogen
Doen niet zo zeer
Als jullie mij troosten
Voor de laatste keer.