De bessenglasvlinder is een insect uit de familie wesp- of glasvlinders en heeft een spanwijdte van 17 tot 20 millimeter. Ze komen vooral voor op planten uit het ribes-geslacht, maar ook op de kardinaalsmuts. Je kunt deze metaalblauwe vlinder zien vliegen tussen half mei tot eind juli. De ivoorkleurige rups van vreet gangen in het merg van de twijgen. Daardoor verwelken takken en soms de hele struik. De soort overwintert als rups meestal in een tak.
Snoei de bessenstruiken niet te vroeg — eind februari tot begin maart — en laat vooral geen snoeistompjes staan want daar leggen de vlinders hun eitjes en verschuilen de rupsen zich. Het snoeihout moet je goed opruimen en verbranden.
De enige manier waarop je de bessenglasvlinder kan bestrijden, is de struik terug snoeien tot op het niet-aangetaste hout. Alle verwelkte takken knip je weg en verbrand je.