Ritnaalden, ook wel koperwormen genoemd, zijn de harde, donkergele, tot 2 cm lange larven van de kniptorren. Ze boren zich in vlezige plantedelen, o. a. bollen en knollen, sla en andijvie, tomaten en chrysantestengels. Vooral in gescheurd weiland worden ritnaalden in grote hoeveelheden aangetroffen; wanneer hierop een tuin wordt aangelegd, kan de schade de eerste jaren enorm zijn. Ritnaalden blijven tot drie à vier jaar in de grond voordat ze volwassen zijn en zich verpoppen.
Vóór het planten of zaaien in de siertuin de grond behandelen met lindaan. In de moestuin dat middel niet toepassen in verband met smaakbederf bij knol- en wortelgewassen. Hier moet men zich beperken tot geregelde grondbewerking en tot het doden van alle tijdens deze werkzaamheden gevonden ritnaalden.