Net als bij de mensen en dieren kunnen diverse bacterien ook ziekten veroorzaken bij de planten.
Deze bacterieziekte bij knolselder, komt aan het licht wanneer de voet van de hartbladeren rot en deze rotting op de knol overgaat. Waarschijnlijk komt de bacterie de plant binnen via wonden die veroorzakt zijn door wantsen en slakken of na een strenge vorst.
Tracht deze ziekte te voorkomen door voor goede cultuuromstandigheden te zorgen, zoals goed gedraineerde grond; en door gebruik te maken van samengestelde meststoffen.
Bestrijd wantsen en slakken en bescherm de knollen in de winter tegen vorst.
Op de bladeren van de walnoot komen kleine bruine vlekjes, bij een sterke aantasting gaan de bladeren vroegtijdig afvallen. Op de bolsters ontstaan zwarte, natte rottige vlekken. Bij een infectie vroeg in de zomer, dringen de bacteriën door de schaal zodat de noot rot en slijmig (=natrot) wordt.
Deze ziekte komt wel eens voor bij overbemesting. Houd de grond dus beter iets schraler. Bij jonge bomen die sterk groeien, kunnen de scheuten worden aangetast. Als dit op een koptak of een gesteltak voorkomt, kunt u beter deze tak voledig verwijderen en met een nieuwe tak beginnen.
Ruim alle zieke bladeren en bolsters op en geef ze mee met het tuinafval, of graaf ze ergens in uw tuin in een diepe put onder.
Kies voor ziekte resistente soorten.
In het voorjaar, kort voor de bloei en bij het verschijnen van de jonge vruchten kan er gespoten worden met een koperoxychloride zoals "Cuperit"Cuperit is een preventief contactfungicide voor de bestrijding van verschillende schimmels. In al die gevallen werkt het hoofdzakelijk preventief, dus vooraleer de aantasting zichtbaar is. De gespoten koperionen op het blad verhinderen de kieming van schimmelsporen. Koperverbindingen (koperhydroxide, koperoxychloride, kopersulfaat) zijn toegelaten als fungicide in de biologische landbouw. Gebruik 50 gram per 10 liter water en spuit 2 tot 3 maal. Opgelet, er zijn landen waar dit product niet toegelaten is. Vraag info bij uw tuincentrum.
Is een zeer moeilijk te bestrijden bacterieziekte, die vooral optreedt bij steenvruchten zoals kersen, pruimen en perziken. De meeste infecties vinden plaats in de herfst tijdens nat en winderig weer of in het voorjaar bij vochtige omstandigheden. De bladeren raken vervolgens geïnfecteerd. In het voorjaar verspreiden de bacteriën zich van het blad naar de schors. De bacteriën kunnen zeer gemakkelijk langs wonden binnendringen, bijvoorbeeld na het snoeien, door scheuren door vorstschade of in de herfst bij de bladval.
Op de stam en de takken verschijnen wratachtige, langgerekte, onregelmatige verdikkingen. Bladeren verwelken en takken sterven af. Ook stukken schors sterven af en van onder de schors komt goudbruine gom tevoorschijn. De knoppen van de geinfecteerde takken lopen niet meer uit.
Deze ziekte die veel vergelijkenis vertoont met de Monilia-ziekte is heel moeilijk te bestrijden.
Snoei zo snel mogelijk in de lente of de zomer en bij droog weer alle aangetaste plantedelen weg. Probeer gezonde takken te stompsnoeien (na de pluk), dat wil zeggen laat ongeveer een 15 à 20 cm lang stompje staan. Na het snoeien de wonden dicht smeren met wondafdekmiddel: «Subopast» of «KB Snoeiwonden» Al het snoeihout moet direct verwijderd worden.
Vermijd een te zure en natte standplaats. Bekalk indien nodig. Altijd vroeg beginnen met bestrijden (april-mei), want bomen met bacteriekanker vormen een potentiële infectiebron voor de andere bomen in de naaste omgeving.
Bacterievuur is een zeer gevaarlijke ziekte bij de peer. In sommige jaren slaat de bacterie in alle hevigheid toe en worden niet alleen peren maar ook appels, meidoorns, lijsterbessen, vuurdoorns en enkele cotoneastersoorten aangetast. In een warm voorjaar worden de bomen al tijdens de bloei aangetast. De bacterie overwintert in de aangetaste delen, van waaruit in het voorjaar de gezonde bomen worden aangetast.
Aangetaste scheuten kunnen zeer snel verwelken en bruin tot zwart verkleuren. Bij warm weer ontwikkeld zich hierop een soort slijm, dat aanvankelijk wit is en later oranje tot bruin verkleurt. Zolang de bacterie in dit slijm is gehuld, is ze niet in staat nieuwe, gezonde delen aan te tasten. Als de slijmmantel is opgedroogd, dan sterft ook de bacterie.
De verspreiding van deze ziekte gebeurt door: insecten, vogels, regen, hagel, wind, mensen en gereedschap.
De ziekte is niet te bestrijden. Het enige dat u kunt doen "en waartoe u ook wettelijk verplicht bent" is alle takken, bomen of struiken die door bacterievuur zijn aangetast, afzagen of rooien en ter plaatse verbranden.
Verder is het belangrijk bloemen weg te halen die na juni ontstaan, het opslag van de onderstam weg te snoeien en alle snoeiwonden af te dekken.
Deze bacterie kan verschillende planten aantasten. Hij tast vanuit de grond de planten aan via wondjes. Aangetaste planten gaan niet dood, maar produceren zeer vele, korte, wratachtig uitziende, verdikte scheuten met misvormde bladeren. De ziekte wordt verspreid door stekken van zieke planten en soms door zaden zoals o.a. bij lathyrus en Oostindische kers.
Aangetaste planten vernietigen en vooral niet voor vermeerdering gebruiken.