Boerenkool Brassica oleracea var. laciniata is een makkelijk bladgewas uit de kruisbloemenfamilie (Cruciferae) dat op alle grondsoorten geteeld kan worden en een typische wintergroente is. Er is een herfst- en een winterteelt.
Bij boerenkool kan onderscheid gemaakt worden in twee typen:
Deze winterharde tweejarige "krulkool" of "bladerkool" wordt als eenjarige wintergroente geteeld om de smakelijk eetbare en voedzame bladeren die hij levert van januari tot april. Boerenkool is gemakkelijk te telen, is weinig vatbaar voor ziektes en verdraagt wel vriesweer tot -15°C. Hij is inheems in Europa.
Struikboerenkool vormt een vrij lange stengel en wordt van begin september tot februari geoogst voor de verse consumptie. In maart gaan de planten doorschieten en ze komen daarna in bloei. Voor de herfstteelt wordt er begin mei tot begin juni gezaaid en van half juni tot half juli uitgeplant. Voor de winterteelt wordt er begin juni tot begin juli gezaaid en van half juli tot begin augustus uitgeplant op 65 x 50 cm.
Dwergboerenkool wordt voor de industrie geteeld en geoogst van half september tot begin november, omdat deze boerenkool niet tegen vorst kan. Dwergboerenkool mag geen lange stengel maken, omdat de boerenkool afgemaaid wordt. Ook moeten de bladeren dunne stelen en een dunne middennerf hebben. Daarom worden hier rassen gebruikt die min of meer een rozet vormen. Bij dwergboerenkool is er alleen een herfstteelt. Er wordt ter plaatse van half juni tot eind juli gezaaid met een rijafstand van 25 cm.
Boerenkool groeit op elke tuingrond, maar floreert best op goed gedraineerde middel-zware tot zware grond die voor de vorige teelt was bemest. Bv. Waar aardappelen of erwten hebben gestaan. Spit de grond niet om en plant ze met een onderlinge afstand van ± 60 cm.
Zaai van begin mei tot eind juni op een zaaibed verspeen op 10 cm of pot ze op in 8 cm potjes. Van half juni tot half augustus kan je ze op de plaats van bestemming zetten met een minimum afstand van 50 X 50 cm.
Reeds vanaf midden september kunnen de vroegst gezaaide planten worden geoogst. De oogst kan doorgaan tot half maart als je ook latere soorten hebt gezaaid.
Boerenkool kan niet alleen aangetast worden door rupsen Lepidoptera van o. a. het Groot koolwitje en het Klein koolwitje, maar ook door de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en soms zelfs ook door witte vlieg Trialeurodes vaporariorum.
Verder kan bladvergeling optreden door aantasting van de schimmel valse meeldauw (parasitica). Ook kan boerenkool aangetast worden door de bacterievlekkenziekte (Pseudomonas maculicola).
Bij langdurige sneeuw kunnen houtduiven Columba palumbus veel schade veroorzaken, doordat ze de kop uit de plant vreten en de planten met uitwerpselen besmeuren.
Boerenkool heeft een heldergroene kleur en een brede kroesrand aan de bladeren. De jonge blaadjes in het midden van een getopte boerenkool zijn zoeter en malser dan de oudere en taaiere bladeren aan de buitenkant.
Het gekrulde blad wordt van de stengels gehaald, fijn gesneden en verwerkt in stamppot. Tevens is het mogelijk om de boerenkool als gestoofde groente te serveren (eventueel met wat gort er door).
De zachte binnenbladeren van boerenkool kunnen een hartig smaakje geven aan salades, vooral in combinatie met sterk-smakende ingrediënten als geroosterde pinda's, geroosterde amandelen, paprikavlokken of een Aziatische dressing.
Caldo Verde is een traditionele Portugese soep gemaakt van gepureerde aardappelen, in blokjes gesneden boerenkool, olijfolie, bouillon, en gekookte gekruide worst. Onder de naam "couve" is boerenkool ook populair in Brazilië, in Caldo Verde, of als een groente schotel, vaak gekookt met carne seca (versnipperd gedroogd rundvlees).
Bij een temperatuur van 0 - 1°C. kan je boerenkool ongeveer vier weken bewaren.
Potentieel kankerverwekkende stoffen in het menselijk lichaam kunnen worden geneutraliseerd door enzymen in de lever.
Deze enzymen kunnen geactiveerd worden door de zwavelhoudende bestanddelen (fytochemicaliën) van boerenkool. Boerenkool is ook bekend voor zijn hoge carotenoïdengehalte.
Deze carotenoïden fungeren in ons netvlies als antioxidanten en blauwfilters, en beschermen de ogen onder andere tegen overmatige blootstelling aan ultraviolet licht. Boerenkool schijnt wegens dit alles een goede bescherming te bieden tegen de ontwikkeling van cataract (grauwe staar).
Boerenkool is rijk aan vitaminen C en E, mineralen, sporenelementen, calcium, ijzer en bètacaroteen.
Calcium is belangrijk voor de zenuwtransmissie, voor het beendergestel en het gebit, voor het functioneren van de spieren, en voor de bloedstolling.
Twee nachtjes vrieskou zijn reeds voldoende om borenkool beter te doen smaken. Hoe dat komt? Lees daarvoor wat hieronder volgt.
“Ik geloof dat het iets met de structuur van het blad te maken heeft, die verandert”, zegt Jan van der Poel (68), secretaris van volkstuindersvereniging De Vergulde Plak aan de Kruisweg in Hierden. ” Na een natuurlijk vorstje is ie knapperiger”, zegt hij zittend op een overdekt bankje midden tussen de tuinen. “Ik weet niet precies hoe dat komt, maar na een aantal nachten vorst wordt hij weer taaier. Visser weet dat wel, dat is een echte tuinder.”
Van der Poel roept de man die in de verte op zijn perceel bezig is. Zonder haast komt hij aanwandelen. “Ik weet het eigenlijk ook niet hoe dat zit”, zegt Jan Visser (74), voormalig zaadhandelaar en huurder van twee tuinen. ” Maar dat ene moment als hij door de vorst is gepakt, dat maakt hem brosser.”
De meest gehoorde uitleg is deze
(samengevat)
“Het zetmeel in de bladeren wordt door de kou omgezet in suikers, en dat maakt de smaak van boerenkool zoeter.”
Een meer wetenschappelijke uitleg
vinden we in dit artikel van de Universiteitskrant Groningen.
“Planten maken suikers aan voor hun groei. Daalt de temperatuur, dan stagneert die groei maar de suikeraanmaak gaat nog een tijdje door: die wordt minder snel afgeremd dan de groei. Omdat de plant de suikers niet meer kan inzetten voor de groei, hopen ze zich op.”
Een uitleg die de twee stellingen verenigt is deze:
“Planten maken zetmeel aan, dit zetmeel word tijdens de groei geleidelijk omgezet in suikers die gebruikt worden voor zijn groei. Bij koud weer valt de groei stil maar gaat de omzetting van zetmeel naar suikers door.”
Wat ook de uitleg weze : dat door de kou het suikergehalte in de wortel (pastinaak, peen) of bladeren (boerenkool, spruiten) stijgt is zeker!
uit: "De Stentor"
Van oudsher zijn er de struikboerenkool rassen
'Westlandse herfst' heeft fijner gekruld blad dan 'Westlandse Winter', maar kan niet tegen vorst. Daarnaast zijn er hybriderassen beschikbaar gekomen.
Boerenkool | |
---|---|
Westlandse winter boerenkool |
|
Taxonomische indeling | |
Rijk | Plantae (Planten) |
Stam | Embryophyta (Landplanten) |
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Angiospermae (Bedektzadigen) |
Clade | 'nieuwe' tweezaadlobbigen |
Clade | Malviden |
Orde | Brassicales |
Familie | Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) |
Geslacht | Brassica (Kool) |
|
28 Kcal 91,20 gr. water 5,63 gr. koolhydraten 1,90 gr. eiwit 1,25 gr. suikers 0,40 gr. vet 2 gr. vezels
Mineralen
72 mg. calcium, Ca 0,90 mg. ijzer, Fe 18 mg. magnesium, Mg 28 mg. fosfor, P 228 mg. kalium, K 259 mg. natrium, Na 0,24 mg. zink, Sn 0,09 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,42 mg. vit. A (Retinol) 0,05 mg. vit. B1 (Thiamine) 0,07 mg. vit. B2 (Riboflavine) 0,13 mg. vit. B6 (Pyrixodine) 13 µg. vit. B11 (Foliumzuur) 41 mg. vit. C (Ascorbinezuur)
Ingrediënten
Bereiding
Ingrediënten
Bereiding
Alle ingrediënten uitgezonderd het citroensap lang genoeg mengen in eenblender tot een drinkbaar sapje. Even zeven om de extra vezels uit te filteren. Vervolgens naar smaak citroensap toevoegen met eventueel iets zoets. Drink dit sapje bij voorkeur 's morgens, als eerste op nuchtere maag.
Ingrediënten
Bereiding
Tip
Je kan ook andere lagen maken, met bijvoorbeeld gebakken courgette of champignons, of eventueel ook laagjes bechamelsaus afwisselen met de laagjes tomatensaus.