Ingrediënten voor 2 personen

• 6 verse sint-jacobsvruchten
• 250 g grof zout
• ½ koffiel. rietsuiker
• 1 vanillestokje
• 1 limoen
• 4 takjes koriander
• 2 snufjes Espelettepeper
• 5 cl limoensap
• 1 lente-uitje
• 5 cl olijfolie

Bereidingswijze   25 min. + 2u30 rusttijd

1. Bedek de bodem van een schaal met een laag grof zout. Leg er de sint-jakobsnoten op, zonder dat ze elkaar raken. Bedek ze volledig met grof zout. Dek de schaal af en laat 2u30 in de koelkast rusten.
2. Pers het limoensap. Voeg er de olijfolie, de suiker en de Espelettepeper aan toe. Schraap het merg uit het vanillestokje en voeg toe aan het mengsel; laat 2u30 rusten. Houd de rest van het vanillestokje apart voor de afwerking.
3. Haal de sint-jakobsnoten uit het zout, spoel ze en laat ze 10 min. in koud water weken.
4. Snijd de partjes tussen de vliezen van de limoen uit en versnipper het wit van de lente-ui.
5. Snijd de sint-jakobsnoten in heel fijne sneetjes, zoals een carpaccio. Schik ze op de borden, samen met de limoenpartjes, de ui en een beetje dressing. Versier met het fijngesnipperde vanillestokje en de koriander. Dien koud op.

Tip

Voor dit recept gebruik je best verse sint-jakobsnoten. Als je diepvriesnoten hebt gekocht, laat ze dan gewoon ontdooien en dien ze rauw op in carpaccio.