Deze kleine mijten komen vaak voor op allerlei cultuurgewassen in de kas en in huis. Maar ze kunnen ook heesters en kruidachtige planten buiten aantasten. Droogte en warmte bevorderen het optreden.
Fuchsia, vlijtig liesje, chrysant, rozen, perziken, druiven, tomaten en komkommers die in de kas gekweekt worden zijn bijzonder gevoelig. De mijten en hun larven leven aan de onderzijde van de bladeren en veroorzaken door het zuigzen van het sap witte vlekjes. De aangetaste bladeren vertonen hierdoor een vaal uiterlijk en vallen meestal vroegtijdig af. In de meeste gevallen is spinsel aanwezig. In het najaar stopt de uitbreiding van de populatie en de vrouwelijke mijten overwinteren in spleten en het houtwerk en tussen stenen in de kas, en in tonkinstokken, bonenstaken, touw en dergelijke.
Het verwijderen van plantafval en rommel uit de kas en spuiten van de kasopstand met een spintdodend middel doet de aantasting sterk afnemen.
In de kas kan worden gespoten met brimex biologische spuitvloeistof of u kunt roofmijten inzetten tegen spint. In normale omstandigheden is roofmijt in staat spint voor de rest van het seizoen onder controle te houden. Bij droog en warm weer kunnen zich echter nog problemen voordoen. Het is ook gebleken dat men dan de bestrijding met roofmijt kan bijstaan door de vochtigheid op peil te houden door onder hoge druk en met fijne dop te broezen.
Planten die de behandeling kunnen verdragen, o. a. rozen en andere planten met ’hard’ blad, kunnen met een flinke straal koud water worden afgespoten. De straal moet hierbij zo gericht worden, dat de onderkant van bladeren wordt geraakt.
Buiten kan eveneens worden gespoten met brimex biologische spuitvloeistof. Bonenstaken e. d. moeten worden meegespoten.