Snoeiwijzer

uitgebloeide bloemen verwijderen

Uitgebloeide bloemen verwijderen

Omdat de meeste moestuiniers er ook nog een mooie siertuin op na houden, kan je in deze snoeiwijzer een overzicht vinden van de te snoeien planten, bomen en struiken, met een beetje uitleg hoe je ze kunt snoeien.

Niet alle planten en struiken moeten op het zelfde ogenblik worden gesnoeid. Dat hangt af van de functie van de plant. Elke plant heeft zo zijn eigen seizoen om zich van zijn mooiste kant te laten zien.
Heb je die planten in je tuin voor de mooie bloem of voor het fraaie blad of nog eerder voor de al dan niet eetbare bessen. Misschien heeft de boom of de struik een mooie herfstkleur, een mooie vorm of een mooie bast. Dit alles bepaalt hoe en wanneer je het best kunt snoeien.

Wanneer wat snoeien

Januari

Blauweregen (Wisteria): Tot op drie takken terugknippen.

Februari

Fruitbomen (zoals appels en peren): Rond februari als het niet vriest, om lucht in de kroon te krijgen. Lees hier meer over in het artikel fruitbomen.

Maart
  • Rozen:

    Doorbloeiende rozen vanaf de eerste week maart, als het niet vriest, vijf millimeter boven een knop. Zomerbloeiers na de bloei. Lees meer bij rozen.

  • Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum):

    Na de bloei in maart, tot op 3-4 bladpaarogen.

  • Lavendel:

    Vanaf half maart tot begin april. Lees meer bij lavendel.

  • Boltrompetboom (Catalpa):

    Eens in de twee jaar in maart. Lees meer bij catalpa.

  • Caryopteris:

    Half maart als het niet vriest.

  • Pluimhortensia Hydrangea paniculata en Hydrangea macrophylla ‘Annebelle’:

    Half maart als het niet vriest. Lees hier meer over in het artikel hortensia.

  • Leilinde (Tilia):

    Eens in de twee jaar in maart. Kijk bij leilinde.

  • Vlinderstuik (Buddleja davidii):

    Vanaf half maart tot eind april (zodra er geen periodes met zware nachtvorst meer voorkomen) tot op een of twee knoppen. Lees meer bij vlinderstruik.

Mei
  • Buxus:

    Na half mei, lees meer hierover in het artikel buxus.

  • Hagen:

    Na half mei, maar in ieder geval vóór 21 juni, omdat de planten daarna een nieuwe groei-impuls krijgen. Lees meer bij haag.

  • Winterheide (Erica carnea):

    Na half mei.

  • Steenvruchtbomen:

    In april/mei of augustus/september. Lees hier meer over bij fruitbomen.

Juli
  • Blauweregen (Wisteria):

    Tot op vijf takken terugknippen. Kijk bij blauwe regen.

  • Vaste planten

    als ridderspoor (Delphinium), vrouwenmantel (Alchemilla), ooievaarsbeksoorten (Geranium), klokjesbloem (Campanula) en korenbloem (Centaurea): Voor een tweede bloei terugknippen vanaf begin juli.

  • Berk (Betula):

    In de zomer of de herfst. Kijk bij boom.

  • Esdoorn (Acer):

    In de zomer of de herfst. Kijk bij boom.

  • Notenbomen (walnoot Juglans regia en hazelaar Corylus avellana):

    In de zomer of de herfst.

  • Haagbeuk (Carpinus betulus):

    In de zomer of de herfst. Lees meer bij beukenhaag.

Augustus
  • Buxus:

    Lees meer hierover in het artikel buxus.

Hoe snoeien

waaiervorm

De meeste planten, bomen en struiken worden in het voorjaar gesnoeid, maar lang niet allemaal. Het is daarom verstandig om de snoeikalender goed in de gaten te houden, zodat je weet wanneer je precies wat moet snoeien. Dat is é én zaak, maar weten hoe je moet snoeien is belangrijk om je planten goed te laten groeien en bloeien en er zo langer plezier van te hebben.

Het snoeien kan op verschillende manieren worden gedaan. Je kan knippen, toppen of zagen. Zorg dat je bij de juiste plant de juiste methode gebruikt. Daarnaast moet je altijd zorgen voor het juiste gereedschap. Je schaar of zaag moet altijd schoon en scherp zijn, zodat je mooie snijranden krijgt en je planten minder kans hebben om ziektes op te lopen. Als wilt snoeien, zorg dan eerst voor goed gereedschap. Je kunt ook snoeigereedschap huren.

Knippen

De meeste heesters en vaste planten kunnen geknipt worden met een gewone snoeischaar. Het gaat daarbij om planten die moeten worden uitgedund of teruggeknipt. Knip altijd net boven een gezonde zijtak, sterke knop of een paar knoppen. Verwijder de eerste jaren takken en takken die elkaar in de weg zitten of de vorm van de plant verstoren.

Toppen
snoeischaar

Toppen is het inkorten van een jonge plant om deze te dwingen tot struikgroei. Zaailingen groeien anders vaak uit tot é én enkele opgaande scheut. Door deze af te knippen zal de plant sneller zijtakken vormen. Bij jonge zachte planten kan je dat doen door met je vingers de scheut weg te knijpen. Bij heesters of houtige planten gebruik je een snoeischaar. Ook oude uitgelopen toppen haal je weg.

Zagen

Hoe snoeien in zijn werk gaat bij dikke takken? Bomen of heesters met dikke takken kun je beter zagen met een handmatige (zoals deze Metallo snoeizaag) of elektrische snoeizaag (Gardena elektrische kettingzaag). Voor een grote klus kun je ook een heggenschaar of een kettingzaag huren.

Zaag altijd eerst een inkeping van twintig of dertig centimeter in de onderkant van de tak. Zo voorkom je dat hij afscheurt. Zorg dat de inkeping diep genoeg is, maar zaag niet te ver.

Zaag daarna de tak volledig af op ongeveer vijf tot tien centimeter naast de inkeping maar nu aan de bovenkant van de tak. Zaag tot slot de stomp die overblijft zo dicht mogelijk bij de stam af.

Soorten snoei

Als je u wilt verzekeren van een goede opbrengst van je fruitboom dan is het belangrijk om hem goed te snoeien. Bij fruitbomen onderscheiden we zijn twee soorten, namelijk pitvruchtbomen en steenvruchtbomen. Deze worden niet op hetzelfde moment gesnoeid.

Gebuik voor het snoeien altijd goed materiaal zoals snoeiscaheren of handzagen. Zorg er tevens voor dat dit gerief goed ontsmet is om de kans op ziekten te voorkomen.

Voor dunne takken kan je een gewoon handsnoeischaar gebruiken, dikke takken zaag je beter af met een snoeizaag, daar lees je meer over bij dikke tak afzagen.

Bomen snoeien

Fruitbomen
perzik snoeien

Fruitbomen moet je snoeien, zodat er weer nieuwe takken kunnen groeien. Daartoe knip je oude takken en takken die in het afgelopen jaar weinig vrucht hebben gegeven weg met een snoeischaar of takkenschaar. Verwijder takken altijd op ongeveer tien centimeter vanaf de stam. Wanneer een tak in twee takken splitst (vergaffeling), dan moet je een van de twee takken verwijderen. Ook naar beneden of naar binnen groeiende takken kun je wegknippen.

Pitvruchtbomen snoeien

Pitvruchtbomen zijn appelbomen en perenbomen. Deze bomen worden tussen begin januari en eind maart gesnoeid. Vóór deze periode zijn deze fruitbomen nog te gevoelig voor ziektes, zoals vruchtboomkanker. Deze schimmelziekte kan de stam en takken aantasten en verspreidt zich vooral in november en december tijdens vochtig weer. Het beste ogenblik om deze bomen te snoeien is wanneer het 's nachts licht vriest en de temperatuur overdag iets boven nul uitkomt. Maar snoei ze altijd met droog weer en bij voorkeur niet tijdens een strenge vorstperiode.

Lees meer over deze soort fruitboom snoeien bij appelboom en perenboom.

Steenvruchtbomen snoeien

Steenvruchten zijn vruchten zoals pruimen, kersen, perziken en abrikozen. Deze bomen kun je in de winter beter niet snoeien. In deze periode kunnen ze namelijk besmet worden met loodglansschimmel. Sommige rassen steenvruchten zijn hier erg gevoelig voor. Bijvoorbeeld het pruimenras ‘Victoria’ kan sterven door deze ziekte. Daarom kun je steenfruit beter vlak na de bloei in april/mei of vlak na de pluk in augustus/september snoeien.

Dikke tak afzagen
handzaag

Dikke takken kan je beter met een handzaag afzagen van de boom. Dat doe je bij voorkeur in de winter, omdat de bomen dan in witerrust zijn.

Let er bij het afzagen op dat je de takken er niet in een keer afzaagt, want dan kan de schors van de boom uitscheuren en de stam beschadigen. Tegen dat zo'n beschadiging genezen is kan het jaren duren, maar de boom kan er ook onder te lijden hebben. Ga daarom als volgt aan de slag.

Zaag eerst de helft van de tak af. Van het stuk dat overblijft, zaag je ook weer de helft af. Nu is er alleen nog een stompje over, dat je er als laatst afzaagt. Laat de verdikking aan het begin van de tak aan de stam zitten, de rest kun je afzagen.

Er bestaan veel verschillende soorten handzagen, bijvoorbeeld de gebogen Metallo snoeizagen, waarmee je zonder veel moeite bomen kunt snoeien. Zo zijn er zowel inklapbare zagen als zagen in een holster. Beiden zijn verkrijgbaar in verschillende lengtes. Welke zaag je kiest om te snoeien, is afhankelijk van wat je zelf prettig vindt werken en van de dikte van de takken. Voor het zagen van takken op grote hoogtes gebruik je een telescopische zaag, een zaag aan een telescoopsteel.

Bomen snoeien

De winter is een uitstekende tijd om bomen te snoeien. Bomen zijn nu in winterrust. Bij een kale boom kan je ook beter zien welke takken je weg moet snoeien. Je ziet de vorm van de boom beter.

Een boom hoef je niet te snoeien, maar als je wil dat hij niet te groot wordt is het verstandig dit wel te doen. Houd daarbij het model van de boom in stand.

Stappenplan

Je kunt het best een boom snoeien aan de hand van onderstaand stappenplan.

  • Snoei dubbele koppen weg, kies voor een recht omhoog groeiende hoofdtak.
  • Bij het opkronen snoei je de onderste takken langs de stam weg, zodat je er onderdoor kunt lopen.
  • Snoei tegen elkaar schurende takken weg, zo voorkom je wonden. Schimmels groeien graag in de schuurwonden en verzwakken de bomen.
  • Snoei maximaal 1/3 deel van de kroon in é én keer weg. Snoei je meer weg, dan reageert de boom met veel waterlot. Dit zijn de snelgroeiende rechtopstaande takken in een boom.
Opgelet !

ABC bomen snoei je niet als ze kaal zijn, zij gaan bloeden bij een wintersnoei wat betekent dat er sap uit de snijwond komt. Denk bij ABC bomen aan Acer (esdoorn), Betula (berk) en Carpinus (haagbeuk). Ook de notenboom (Juglans) gaat bloeden en mag ’s winters niet gesnoeid worden. Snoei de ABC bomen vroeg in de winter of tijdens de zomermaanden.

Fruitbomen snoei je om een betere oogst te krijgen. Pitvruchtbomen snoei je tussen januari en maart. Steenvruchtbomen snoei je niet in de winter, maar juist na de bloei. Lees meer bij fruitboom snoeien of appelboom snoeien.

Leibomen snoeien

Leibomen snoeien doe je bij voorkeur in de winter. Knip bij leilindes alle zijtakjes terug op de horizontale dikke leggers. Kijk verder bij leilinde snoeien. Leibeuken snoei je alsof het een heg op poten is. Snoei deze in de zomer met een heggenschaar.

Pitvruchten
Appelboom snoeien

Appels en peren worden op dezelfde manier gesnoeid. Een appelboom snoeien is belangrijk, anders blijft hij groeien en maakt hij geen appels.

Om meer fruit te krijgen, zorg je dat de appelboom veel bloesemhout maakt. Dit zijn kortloten, korte takjes met veel bloemknoppen en weinig groeiknoppen. Knip deze nooit weg.

Je kunt appelbomen en perenbomen twee keer per jaar snoeien:

  • Aan het eind van de winter in februari snoei je dikke oude takken weg en spaar je de kortloten. Dit is bloemhout.
  • In juni snoei je nog een keer. Als reactie op de winterse snoei, maakt de boom veel waterlot. Dit zijn de snelgroeiende recht omhoog schietende takken. Trek waterlot weg, zo komt het niet terug.
Wintersnoei

Een peren- of appelboom snoeien doe je in de winter, vanaf begin januari tot eind maart. Snoei niet eerder, de bomen zijn dan nog gevoelig voor ziektes, zoals vruchtboomkanker. Deze schimmelziekte kan de stam en takken aantasten en verspreidt zich vooral in november en december tijdens vochtig weer. Snoei altijd met droog weer en liever niet tijdens een strenge vorstperiode.

Tijdens de wintersnoei knip je dikke oude takken weg en spaar je de kortloten. Dit is het bloemhout. Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen ‘staan’ op de tak en bladknoppen ‘liggen’ op de tak. Wacht bij twijfel met snoeien tot het voorjaar. De eerste knoppen in de boom die groen worden zijn altijd bloemknoppen. Bladknoppen volgen een week of twee later, stel het snoeien uit tot dit moment.

Laat een paar waterloten (rechte jonge takken) staan. Hierop ontstaan in het volgende jaar de nieuwe bloemknoppen.

Zomersnoei

In juni kun je eventueel nog een keer de appelboom snoeien. Als reactie op een te sterke winterse snoei, maakt de boom veel waterlot. Dit zijn de snelgroeiende recht omhoog schietende takken. Trek waterlot weg, zo komt het niet terug.

Heeft de boom nog nooit vrucht gedragen? Ook zonder fruit is een fruitboom te herkennen. Een appelboom groeit met voornamelijk horizontale takken, een peer maakt meer verticale takken.

Perenboom snoeien
perenleiboom

Het snoeien van een perenboom gaat min of meer hetzelfde als een appelboom. Het zijn beide steenvruchtbomen.

Soorten perenbomen

Er zijn veel soorten perenbomen. De ‘Conference’ is een van de bekendste soorten. Deze is ook overal goed verkrijgbaar en levert een grote en betrouwbare oogst van oktober tot november. In de rubriek FRUIT kun je onder "peren" alles lezen over de soorten, bijvoorbeeld:

  • Pyrus communis ‘Conference’
  • Pyrus communis ‘Bonne Louise d’Avranches’
  • Pyrus communis ‘Saint R émy’

Zoek in Fruit/peren/varia naar meer soorten.

Perenboom snoeien

Een peer bloeit in het voorjaar en is bladverliezend. Daarom is snoeien in de winter het best, want dan kun je goed zien wat je doet. In de zomer moet je het waterlot verwijderen.

Zo halverwege de winter moet je de hoofdstam inkorten. Kort de gevormde takken in op twintig centimeter en doe dit ook met de hoofdstam. Dit moet je elk jaar doen.

Na de wintersnoei ontstaat waterlot die je in de zomer dient te verwijderen. Dun in de zomer uit op twee vruchten per rozet.

Leipeer

Een perenboom snoeien in een leivorm gaat ongeveer hetzelfde. Er mag maar é én tak de top vormen bij deze vorm; die groeit verder omhoog zodat daar later weer een etage uit gevormd kan worden.

Een peer kan last krijgen van diverse ziektes, bijvoorbeeld perenroest of andere bacteriën en schimmels.

Hagen snoeien

Algemeen

Er zijn verschillende soorten hagen. Wintergroen hagen zoals een taxushaag en een coniferenhaag, of bladverliezende, zoals een beukenhaag. Voor hagen gelden een aantal snoeiregels.

Voor een strakke haag kun je gebruik maken van een touw dat je langs de haag spant. Je kunt de haag snoeien langs het touw, zodat je een mooie strakke haag krijgt. Heb je meer ervaring? Dan kan het ook uit de losse pols. Een elektrische heggenschaar met een lang messenblad zorgt altijd voor egalere snoei, echter maakt dit het snoeien een zwaardere klus.

De bovenkant van een haag knip je smaller dan aan onderkant, zodat de hele haag genoeg zonlicht krijgt en er geen gaten in komen. Knip de takken aan de bovenkant weg om de hoogte te bepalen. Snoei een coniferen haag niet te diep terug , laat wat groene takken zitten . De bruine takken binnen in de haag komen anders in het zicht, wat er lelijk uitziet. Hoe vaker je een haag snoeit, hoe dichter hij wordt.

Beukenhaag snoeien

De beukenhaag en de haagbeuk dienen minimaal é én keer per jaar te worden gesnoeid, vóór de langste dag van het jaar. Het verschil tussen de beukenhaag en de haagbeuk zit in het blad. De bladeren van de beukenhaag zijn gladder en de bladeren van de haagbeuk hebben duidelijkere nerven.

Snoei de beukenhaag en haagbeuk altijd vóór de langste dag van het jaar, dat is meestal rond 21 juni. Snoei altijd tijdens een bewolkte dag. Te veel zon tijdens het snoeien kan zorgen voor verbranding omdat deze binneste bladeren nog geen zonlicht hebben gezien en daardoor bruine bladeren, maar met een paar weken trekt het in principe weer bij. En zo niet, dan kun je de lelijkste bladeren verwijderen. Na september dien je de haag niet meer te snoeien in verband met de (nacht)vorst die al kan intreden. Meer snoeien kan altijd, hoe meer je snoeit hoe dikker de haag zal worden.

Wil je drastische veranderingen aan de haag toebrengen? Snoei dan de haag in de winter naar de gewenste vorm. Als de haag dan weer in bloei komt, groeit deze volgens de door jouw bepaalde vorm.

De bovenkant van de haag dient smaller geknipt te worden dan de onderkant, zodat de gehele haag genoeg zonlicht krijgt en er geen gaten in komen. Als je ervoor kiest om de bovenkant te snoeien is het van belang dat je de gesnoeide takken van de bovenkant afhaalt. Anders zullen de takken en bladeren bruin worden wat er lelijk uitziet. Gebruik voor een beukenhaag snoeien een haagschaar of een elektrische heggenschaar.

Het groeiseizoen van de beukenhaag loopt van half maart tot en met september. Het snoeien begint al bij het aanplanten van de haag. Na het planten moeten de puntjes namelijk een klein beetje worden ingekort.
Hoe vaker je een haag knipt des te strakker en óók des te dichter hij wordt. Want als je een stukje van de haag afknipt, zal de twijg op dat punt vertakken. Hoe vaker je knipt, hoe vaker hij gaat vertakken en dus hoe dichter hij wordt. Snoei de bovenkant van de haag pas als deze de juiste hoogte heeft bereikt.

Om de haag mooi recht te snoeien kun je gebruik maken van een touw wat je langs de haag spant. De beukenhaag snoeien doe je langs het touw voor een mooie strakke haag. Heb je meer ervaring? Dan kan het ook uit de losse pols. Een elektrische heggenschaar met een lang messenblad zorgt altijd voor een egalere snoei, dit maakt het snoeien wel een zwaardere klus.

Coniferenhaag snoeien

Er zijn twee groepen coniferen: schubconiferen (deze worden meestal voor een haag gebruikt) en naaldbomen. Dennen, ceders, taxus en sparren horen bij de naaldbomen.
De beste snoeitijd van een coniferenhaag is eind mei/begin juni, in ieder geval vóór de langste dag. Om een coniferenhaag netjes de winter in te laten gaan, snoei je hem in augustus nogmaals. Snoei een coniferenhaag niet meer na september, de kans op schade door vorst wordt dan groter.
Snoei een solitair staande conifeer twee maal per jaar, in mei en september en snoei Pinus soorten in september.

Schubconiferen lopen niet meer uit op het oude hout, zorg daarom dat er altijd groene takken blijven zitten. Snoei alleen de jonge groene scheuten aan de buitenkant. Snoei van de jonge scheuten circa 10 centimeter per snoeibeurt.

Gebruik bij het snoeien een scherpe heggenschaar of een elektrische heggenschaar. Knip de coniferenhaag altijd in een puntvorm, maak hem van onderen breder dan van boven. Zo valt er overal voldoende zonlicht op en groeit hij gelijkmatig op.

Een wintergroene conifeer kan uitgroeien tot het pronkstuk van de tuin. Mits hij goed gesnoeid wordt. Snoei deze conifeer een keer in mei en in september. Knip ook bij een jonge boom rondom een paar centimeter weg. Door dit ‘sporen’ groeit de conifeer goed dicht en wordt hij niet te breed.
Snoei bij de snelgroeiende Leylandii conifeer (Cupressocyparis leylandii) ook regelmatig enkele dikkere takken dieper in de plant weg. Snoei ze net boven een naar binnen wijzende tak af, de nieuwe groei zal dan naar binnen zijn en niet naar buiten groeien. Zo zakt de conifeer niet uit.

Bij naaldconiferen is vormcorrectie of remmen van de groei de reden om te snoeien. Laat ook hier groene naalden zitten, dennen en sparren lopen niet meer uit op het kale hout.
Pinussoorten (den) snoei je in september. Knip takken met een snoeischaar weg, net boven een frisgroene takkenkrans. In het voorjaar loopt de den hierboven weer uit.

Kaarsen uitbreken

Een verfijnde snoeimethode is het uitbreken van de kaarsen. De jonge uitlopers van dennen staan in mei als kaarsen op de takken. Breek bij snelgroeiende dennen als de Pinus sylvestris de bovenste of breedst uitgroeiende kaarsen af. De boom stopt met zijn lengtegroei en maakt in plaats daarvan veel korte zijscheuten. Zo blijft de boom zijn natuurlijke vorm houden en wordt niet kaal binnenin.

Taxushaag snoeien

Voor een goede groei moet je een taxus snoeien. Dit kan je doen in juni, augustus of september. Knip een taxushaag bij voorkeur in een lichte puntvorm, maak hem van onderen breder dan van boven. Zo valt er overal voldoende zonlicht op en groeit hij gelijkmatig op.

Taxus baccata staat bekend als een langzame groeier. Toch moet je hem snoeien voor een betere groei. Knip bij een pas geplante haag alleen de zijkanten, laat de top doorgroeien tot de haag de gewenste hoogte heeft en snoei dan de bovenkant af. Snoei een taxushaag in juni en nogmaals in augustus/september. Ook een haag van ‘Taxus Hicksii’ blijft op deze manier in vorm. Het snoeisel wordt soms ingezameld als grondstof voor medicijnen tegen kanker.

Als een van de weinige wintergroene coniferen kan taxus w él tot op het kale hout teruggeknipt worden. Door deze verjongingssnoei loopt hij dan weer uit en in drie jaar is de haag weer volledig dichtgegroeid. Gebruik deze rigoureuze snoeimethode bij een te breed uitgegroeide haag of volwassen plant. Snoei de dikkere takken met een takkenschaar of een snoeizaag. Een uitgezakte Taxus bacc.’Fastigiata’ snoei je op deze manier.

Bemest een taxushaag meteen na het snoeien met een bijpassende (hagen)meststof.

Wintergroene hagen, zoals coniferen, kun je meestal niet tot op het kale hout terugsnoeien, deze hagen moet je scheren. Als een van de weinige wintergroene hagen kan dat bij de taxus wel. De beste tijd om te snoeien is van mei tot half juni.

De bladverliezende hagen verdragen snoei erg goed. Het snoeien van deze hagen begint al direct na het planten.

Voor het snoeien gebruik je natuurlijk een heggenschaar, het liefst een elektrische (met een accu) of een motorheggenschaar, dan wordt de haag egaler.

Buxus snoeien

Met een buxus is heel veel mogelijk wat betreft snoeien. De meest gebruikte vorm van de buxus is de haag, maar de ronde buxus vind je ook veel in veel tuinen. Snoei de buxus altijd met een scherpe haagschaar.

Een buxus moet je minimaal twee keer per jaar snoeien, maar voor het mooiste resultaat kun je dat beter vier keer per jaar doen. De beste tijd om de buxus te snoeien is eind mei. De tweede keer snoei je hem begin september en daartussen kun je hem ook een aantal keer snoeien. Hoe vaker je een buxus snoeit, hoe voller hij wordt.

Snoei de buxus altijd op een bewolkte dag, want door de zon kunnen de blaadjes verbranden. Wil je toch in de zon snoeien, besproei hem dan eerst met water en leg er als je klaar bent een fleecedoek overheen.

Zorg er verder voor dat je een goede schaar gebruikt. Zet tijdens het snoeien een emmer water naast je neer. De sappen van de buxus blijven namelijk aan de schaar plakken en als je hem af en toe schoonmaakt blijft hij goed scherp.

Als je een buxushaag hebt, dan is het fijn als hij mooi vol is. Daar kun je zelf voor zorgen door hem genoeg te snoeien. Begin met de zijkanten van de haag en doe daarna pas de bovenkant. Voor een mooi recht resultaat houd je de schaar telkens op dezelfde hoogte.

Strooi na het snoeien koemestkorrels, zodat de buxus weer mooi gaat groeien. Je kunt eventueel een touwtje spannen om de haag recht te kunnen snoeien. En hoe vaker je het doet, hoe beter je het in de vingers krijgt.

Modelsnoeien

Bollen en kegels kun je voor een strakke vorm het best in mei, juli en september snoeien. Een buxusbol snoei je zo:

  1. Bij het snoeien van een buxusbol begin je aan de bovenkant.
  2. Daarna ga je boven de bol staan en houd je de schaar op zijn kop, want dan kan je mooie rondingen knippen.
  3. Loop tijdens het knippen mee, zodat je goed de vorm in de gaten kunt houden.
  4. Kijk tijdens het modelsnoeien ook af en toe vanaf een afstand naar je buxus, dan kun je goed zien of hij nog in verhouding is.

Naast een bol kun je ook allerlei andere vormen knippen. Om dit mooi te kunnen is een kwestie van oefenen. Als je de buxus voor het eerst in een vorm knipt, ga dan rigoureus te werk. Dat scheelt later veel onderhoud.

Andere planten

Hortensia snoeien

De hortensia is een prachtige bloeier die perfect is als borderplant, oeverplant of haag. Deze plant met de mooie kleurige bloemen is erg makkelijk in onderhoud, maar je moet de hortensia op gepaste wijze snoeien.

De hortensia is een struik met heel veel pluspunten. Hij is erg sterk en helemaal niet ziektegevoelig. Hij bloeit maar liefst een half jaar aan é én stuk door. Daarnaast is hij zeer makkelijk in onderhoud. Eigenlijk is zorgen voor voldoende water het belangrijkste bij deze plant.

Wanneer kun je een hortensia snoeien?

Als je een hortensia gaat snoeien is het belangrijk om eerst na te gaan welke soort je hebt. De meest bekende soort is de boerenhortensia, met grote bolle bloemen of schermbloemen.

Hortensia’s zijn in twee groepen te verdelen, namelijk bloeiers op oude knoppen en bloeiers op nieuwe knoppen.

Bloeiers op oude knoppen

Binnen de eerste groep vallen de boerenhortensia (Hydrangea macrophylla), eikenbladhortensia (Hydrangea quercifolia), Hydrangea aspera en Hydrangea involucrata. Deze soorten bloeien op de knoppen die het jaar ervoor zijn aangelegd.

Deze hortensia’s hoeven eigenlijk helemaal niet gesnoeid te worden, wel moet je de uitgebloeide bloemen afknippen. Alleen als je vindt dat hij te groot en te breed wordt is snoeien nodig.

  • Knip na de winter (en altijd vóór 1 maart) altijd de uitgebloeide bloemen weg vlak boven het bovenste paar dikke en gezonde knoppen. Dit kun je eventueel ook al voor de winter, na de bloei, doen.
  • Deze struiken moet je nooit in het voorjaar snoeien, omdat ze dan nauwelijks zullen gaan bloeien. Wel kun je in het voorjaar een aantal oude takken tot aan de grond afknippen, zodat de struik zich kan verjongen. Kies dan voor de twijgen die het meest overhangen of de hoogste twijgen.
  • Wil je je hortensia toch rigoureus verkleinen dan kun je bijvoorbeeld het ene jaar de ene helft van de takken afknippen en het andere jaar de andere helft. Op de gesnoeide stelen zullen dat jaar geen bloemen komen.
  • Bescherm deze soorten bij late nachtvorst extra tegen de kou, zodat de bloemknoppen niet zullen bevriezen.
Bloeiers op nieuwe knoppen

Onder groep twee vallen de Hydrangea arborescens en pluimhortensia (Hydrangea paniculata). Deze bloeien op de takken die vanaf het voorjaar gevormd worden, en bloeien dus ook gewoon door na het snoeien. Hortensia ‘Forever&Ever’ is de enige Hydrangea macrophylla die ook op deze wijze gesnoeid kan worden.
In het vroege voorjaar kun je deze hortensia snoeien.

  1. Je kunt van deze struiken de planten tot vijftien centimeter boven de grond afknippen, voor een mooie compacte plant.
  2. Wil je dat de plant groter wordt, knip dan alleen de bloemen eraf.
  3. Het snoeien van de hortensia ‘Annabelle’ kan altijd wat rigoureuzer, zodat je mooie grote bloemen krijgt.
  4. De planten hoeven in het najaar niet gesnoeid te worden, omdat de oude bloemen de plant beschermen tegen vorst.
Vlinderstruik snoeien

De vlinderstruik (Buddleja) bloeit overvloedig en langdurig. De naam komt door de vele soorten vlinders die worden gelokt door de bloemen. Een vlinderstruik snoeien zorgt dat hij verjongt en ook zo mooi blijft bloeien.

Wintersnoei

Een vlinderstruik bloeit in de nazomer aan het eind van de jonge scheuten. Hoe meer jonge scheuten, hoe meer bloemen hij maakt. Door de vlinderstuik snoeien verjong je de stuik en blijft hij goed bloeien. Als je de vlinderstruik niet snoeit, veroudert hij snel. Hij bloeit dan minder en wordt kaal binnenin.

De takken van Buddleja kunnen invriezen, snoei hem daarom pas aan het eind van de winter als de kans op overdag vorst voorbij is. Knip de struik terug tot op ongeveer dertig cm boven de grond. Gebruik een snoeizaagje bij een oudere struik uit onze shop. Lees meer over de manier van snoeien bij hoe snoeien.

Vlinderstruik toppen

De vlinderstruik is een snelle groeier en maakt lange scheuten. Knip begin juni de toppen uit deze scheuten. De plant wordt dan steviger, vertakt met meer scheuten en zal aan het eind van elke tak gaan bloeien. Hij blijft hierdoor wel iets kleiner, de meeste soorten groeien normaal makkelijk uit tot 2,5 a 3 m hoogte, en blijven nu op twee meter steken.

Uitgebloeide bloemen

In de nazomer, vanaf augustus, verschijnen de eerste bloempluimen aan het eind van de takken. Meteen onder deze bloemen zitten nieuwe bloemknoppen. Knip dagelijks uitgebloeide bloemen weg, zo stimuleer je dat de plant steeds nieuwe bloemknoppen blijft aanmaken. Ze blijven dan bloeien tot in oktober.

Wanneer vlinderstruik snoeien?
  • Maart: snoeien tot op c.a. 30 cm boven de grond,
  • Juni: toppen van de nieuwe jonge scheuten
  • Augustus- oktober: wegknippen van uitgebloeide bloemscheuten voor een lange bloei.
Soorten vlinderstruik

Er zijn veel soorten Buddelja. Probeer eens een klein blijvende Buddleja. Zoals de ‘Blue Chip’ of de witte ‘White Chip’. Ze worden niet hoger dan 65 cm, behandel ze net zo als de grote Buddleja. Snoei ze in maart iets minder diep terug en knip telkens de uitgebloeide bloemen weg.

Lavendel snoeien
Eerste jaar

Het is belangrijk om de lavendel op de juiste momenten te snoeien (lees meer bij wanneer snoeien?). Begin met snoeien als de planten nog jong zijn. Snoei de lavendel het eerste jaar dan ook minimaal een of twee keer.

De hoofdsnoei

Zodra de strengste vorst voorbij is, eind maart/begin april, kan de hoofdsnoei plaatsvinden. Daarbij neem je met een heggenschaar ongeveer een derde van de plant terug, tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond. Zorg altijd dat er nog wat blad aan de takken blijft zitten, want anders loopt de plant niet meer uit.

Bloemen toppen

In het voorjaar als de lavendel gaat bloeien is het verstandig de plant een paar keer te toppen. Bij jonge planten kan je dit ongeveer drie keer doen. Ze bloeien dan wel wat later, maar worden ook veel ouder. Door geregeld de nieuw gevormde topjes te verwijderen met een snoeischaar wordt de plant mooi vol en bossig. Je stimuleert hiermee namelijk de vorming van nieuwe scheuten (uitlopers) onder in de plant. Als je dit niet doet blijft hij van binnen vochtig en sterven er juist scheutjes af. Daardoor wordt de plant kaal van binnen en is snoeien zelfs niet meer mogelijk.

Vormsnoei

Ook in het najaar moet de lavendel gesnoeid worden, dit word de vormsnoei genoemd. Je snoeit daarbij de uitgelopen bloemen eraf met een heggenschaar, zorg dat je de plant nooit lager snoeit dan waar nog scheuten zitten. Daarmee stimuleer je de vorming van nieuwe scheuten en voorkom je dat de plant lelijk wordt en uit elkaar gaat vallen.

Catalpa snoeien

Een prachtig gezicht, de identieke compacte bolvormen van de bolcatalpa (trompetboom). Om dit zo te krijgen en zo te houden moet er gesnoeid worden!

Wanneer snoeien?

Altijd leuk een boom in de tuin. De meeste bomen snoei je in de winter, maar de Catalpa is een uitzondering. Er zijn twee soorten: er zijn bolcatalpa’s die klein blijven en gewone trompetbomen, die meters hoog worden. Een bolcatalpa snoeien doe je in de periode januari tot eind februari, als het niet vriest. Een gewone Catalpa kun je het best snoeien in oktober of november. Snoei hem niet op het moment dat het vriest, want dan kunnen de takken scheuren. Wat je allemaal wanneer snoeit vind je in de snoeikalender.

(Bol)catalpa snoeien

De takken van een bolcatalpa zijn vrij zacht, de toppen bevriezen makkelijk. Een bolcatalpa snoeien doe je na de winter, eind februari of begin maart om vorstschade te voorkomen.

Snoei elk voorjaar alle takken terug tot boven de entplaats. De boom ziet er tijdelijk net zo uit als een knotwilg. Snoei elke tak afzonderlijk af, gebruik een scherpe schaar. Na deze voorjaars snoei hoef je verder niks meer aan de boom te doen.

Snoeien na aanplanten

Een bolcatalpa wordt geënt op een onderstam. Knip meteen na het aanplanten alle takken van een jonge boom terug tot op circa vijf centimeter boven de entplaats. Zo krijg je een goed vertakte kroon. Bij de entplaats is de stam meestal iets dikker en met zwarte was afgesmeerd. Een in pot gekweekte bolcatalpa hoef je niet direct terug te snoeien, snoei deze pas om het normale snoeimoment.

De trompetboom loopt vrij laat uit, het kan wel tot in mei duren voordat je nieuw blad en uitlopers aan de boom ziet komen. Maar dan gaat het snel! In tien dagen kan de boom volledig in het blad staan.

‘Echte’ trompetboom snoeien

De ‘echte’ trompetboom, Catalpa bignonioides en de gele trompetboom Catalpa bignonioides ‘Aurea’ groeien uit tot bomen van ca 8 m hoog. Volg bij deze boom de algemene snoeiregels van bomen.

Boom snoeien

Een Catalpa snoeien gaat anders dan bij de meeste bomen. Veel bomen snoei je namelijk gewoon in de winter. Omdat de trompetboom snel bevriest kun je deze niet in de winter snoeien. Het wel aan te raden om voor het snoeien onze video over bomen snoeien te bekijken. Dan kun je goed zoen hoe je takken kunt afknippen en wat het juiste snoeigereedschap is, zodat je je boom niet beschadigd.