Tips & trics

Het zwarte goud van de tuinman

Het zwarte goud van elke goede tuinier(ster)

Wie zelf groenten of kruiden gaat telen, heeft er natuurlijk alle belang bij dat zijn stukje grond zoveel mogelijk opbrengt.

Je groenten gaan niet zomaar vanzelf groeien, en enige moeite is dan ookcompostvat hier op zijn plaats. Op de hier volgende regels vind je enkele nuttige tips die je zullen helpen om uw noeste arbeid op te vrolijken met een goede oogst.

Compost

Compost vormt de basis van elke goede biologische moestuin.

Wie zelf groenten wil telen kan dus maar beter zorgen dat hij er steeds een goede voorraad van heeft.

Ben je van plan om na het bezoeken van deze website je eigen groenten te gaan telen, begin dan eerst en vooral met het aanleggen van een goede composthoop.

Meer informatie hierover vindt u in de rubriek "COMPOST"

Waarschuwing

NOOIT ZIEKE PLANTEN OP DE COMPOSTHOOP GOOIEN !!!

Grond en structuur

De structuur van uw grond is van groot belang, om te weten welke groenten er het best kunnen op groeien.

  • Zanderige gronden zijn over het algemeen gemakkelijk te bewerken, en uiterst geschikt voor diverse (wortel)gewassen, maar ze zijn dikwijls minder vruchtbaar. Geen nood, je kan dit verbeteren door een goed bemestingsplan.
  • Zware kleigrond daarentegen is zeer vruchtbaar, maar moeilijker te bewerken. Bij droogte, wordt hij steenhard en als hij nat is, zeer kleverig. Je kunt dat enigszins verbeteren door zand aan de grond toe te voegen en droog gehakt stro onder te spitten. Ook het regelmatig toevoegen van compost helpt de structuur te verbeteren.
    Zware grond kan je ook beter (grof) spitten vóór de winter, en na de winter fijn leggen, tegen dan is de grond enigszins uitgevroren en zal hij gemakkelijker verkruimelen. Vermijd in elk geval teveel lopen op natte zware kleigrond, want dan krijg je echt bijna als het ware een betonvloer.
Bemesting
buurttuin

De bemesting moet zoveel mogelijk met de juiste dosering gebeuren. Te weinig zorgt voor een tragere groei, maar overbemesting stimuleert meestal de groei van het blad ten nadele van de vruchten. Teveel bemesten is trouwens niet goed voor het milieu en de gezondheid van mens (het uwe inbegrepen) en dier.

Gebruik zoveel mogelijk organische meststoffen, zoals goed verteerde oude stalmest of goed verteerde compost. Jonge compost daarentegen kan heel handig gebruikt worden als mulch tijdens droge perioden.

  • Op zandgrond kan je best elk najaar een flinke dosis goed verteerde stalmest inwerken, en de winterbedden afdekken met compost.
  • Bij kleigrond gebruik je beter geen stalmest, maar ben je beter af met goed verteerde compost, dat kan je dan tijdens het groeiseizoen aanvullen met biologische korrelmest.
Watervoorziening

water gevenZorg voor een goede waterafvoer, zodat de planten niet met natte voeten komen te staan. Maar even belangrijk is het natuurlijk dat uw grond het aanwezige water toch kan vast houden. Compost is daar een zeer goed middel voor.

Ligt uw tuin in een gebied dat vlug onder water komt te staan, dan hebt u er alle baat bij om op verhoogde bedden te gaan telen. Bij zeer droge grond is mulchen dan weer een ideale oplossing.

Licht en lucht

Groenten hebben veel licht nodig om flink te groeien. Een ligging die voldoende licht kan opvangen is dan ook zeer belangrijk.

Wanneer het in de zomer echter dagen na elkaar drukkend heet is door een overvloed aan zonlicht, dan kan het toch nuttig zijn om sommige groenten (en zeker jonge planten) indien mogelijk een beetje af te schermen. Bv met rietmatten of gaasdoek.

Ook een goede luchtcirculatie is nodig, dat vermindert de kans op verschillende ziekten.

Hygiëne en zaaien

Hygiëne
proper

Hygiëne is voor mens en dier van uitzonderlijk belang om veel ziekten te voorkomen. Bij planten en inzonderheid dan groenten en kruiden, is dat net zò. Alles wat onnodig rondslingert in uw moestuin zijn alleen maar aantrekkingbronnen voor allerlei bacteriën en virussen.

Properheid is een van de belangrijkste ingrediënten om een goede oogst te bewerkstelligen. Houd je tuin dus altijd netjes en ga steeds Hygiënisch te werk.

  • Verwijder altijd alle afgestorven bladeren van de planten.
  • Houd alle bedden onkruidvrij en laat uitgetrokken onkruid niet tussen de planten of in de wegels liggen, want dat vormt een goede schuilplaats voor allerlei parasieten.
  • Reinig steeds al uw materiaal na gebruik, dus ook de steunstokkenals je die later opnieuw wilt gebruiken.
  • Maak van uw (koude of warme) kas geen opbergplaats van allerlei tuingerief.
  • Gebruikte potjes en zaaibakken reinigen na gebruik met een ontsmettingsmiddel, maar zeker nog eens vóór gebruik!
  • Zieke planten of de resten daarvan mogen nooit op de composthoop worden gedeponeerd. Werp ze weg of verbrand ze! Een heel goede manier is: snij ze af, laat ze terplaatse wat drogen en steek ze dan in brand. Op die manier is de grond waar ze gestaan hebben eveneens ontsmet.
Zaaien
zaaien

Sommige gewassen kan je enkel rechtstreeks ter plaatse zaaien, omdat ze niet of zeer moeilijk te verplanten zijn (zoals kervel, radijs, wortelen en dergelijke).

Voor anderen is zaaien op kweekbedden waarbij je later uitdunt om de zaailingen wat meer ruimte te geven, het eenvoudigst. Je kunt ook zaaien in kweekbakjes, om na opkomst te verspenen op kweekbed of in potjes. Maar als je er de ruimte voor hebt zaai je beter in potjes of (turf)blokjes. Dat heeft verschillende voordelen:

  • Je haalt uit 1 zakje zaad veel meer levensvatbare planten dan bij het zaaien op kweekbed (waarbij je bijna 9 op de 10 plantjes moet verwijderen).
  • Je kan het ontkiemen en het opgroeien van uw zaailingen beter controleren en ingrijpen als het nodig is. (beschermen tegen te fel zonlicht, water geven of juist afschermen tegen teveel regen, enz...)
  • Bij het terplaatse zetten van de volgroeide zaailingen worden de wortels minder beschadigd.

Als je in potjes zaait, gebruik dan steeds een goede zaaigrond, leg 2 à 3 zaadjes per potje, en behoud na opkomst de sterkste zaailing.