De amandelboom Prunus amygdalus uit de rozenfamilie (Rosaceae) is een kleine, sierlijke loofboom die vruchten voortbrengt, namelijk de amandel. In de handel is het boompje beter bekend onder de benaming "prunus dulcis" De boom wordt tussen de vijf en de zeven meter hoog, met dezelfde omvang en bloeit uitbundig in het voorjaar (maart / april) en trekt veel insecten aan.
Het is een sterke boom met takken die eerst recht omhoog groeien en later in de breedte. De bladeren zijn lancetvormig en de helder roze bloemen van 2,5 à 5 cm staan in trossen langs de kale takken. De 'Alba' heeft witte bloemen, en de Rosea-plena bloeit met dubbele bleekroze bloemen.
De amandelboom komt oorspronkelijk voor in warmere streken van Noord-Afrika tot het Midden-Oosten, maar groeit mits een zonnige en beschutte plaats ook hier gemakkelijk. Maar aangezien hij in maart reeds bloeit, is er altijd kans op voorjaars-vorstschade.
Er bestaan twee soorten amandel: de zoete amandel (dulcis) en de bittere (amanda). De bittere wordt echter niet geteeld omdat hij niet lekker is en bovendien blauwzuur bevat, een stof die giftig is.
De amandelboom wortelt diep en groeit op bijna elke grondsoort. Met uitzondering van natte, zware kleigrond, daar zult u echt geen succes hebben. Verder velangt het boompje nogal wat kalk. Hij is meestal zelfbestuivend, zodat één boom volstaat om vruchten te hebben.
Plant in oktober of november, als het niet vriest. Maak de grond diep goed los en strooi 200 gram kalk in het plantgat. Zorg dat de entplaats (te herkennen aan de verdikking of knobbel op de stam) boven de grond blijft. Amandelen kunt u enkel als vrijstaande boom planten. Houd een afstand van 8 meter bij aanplant van meerdere bomen.
Eens de boom in de groei is, mag hij elk jaar in februari een 50 gram mengmeststof (12 + 15 + 18) krijgen en nog eens 100 gram kalk per vierkante meter. Tijdens het groeiseizoen kunt u dan nog eens wat mengmeststof bij geven.
De amandel is gedeeltelijk zelfbestuivend, maar heeft er voordeel bij om door "vreemd" stuifmeel te worden bevrucht, bijvoorbeeld van de perzik of van de sieramandel "Prunus amygdalo-persica", die fraaie rode bloemen vormt.
De snoei bij amandel is nagenoeg hetzelfde als bij de perzik. De vruchten ontstaan op hout dat het vorig jaar is gevormd (éénjarig hout). Snoei dus altijd, zoveel mogelijk takken die vrucht hebben gedragen, weg. Als u dat niet doet, ontstaan er lange kale takken en wordt de boom al gauw te vol.
Snoeien kan best in maart — als de boom begint uit te lopen — of in oktober na de oogst. Vergeet echter niet de snoeiwonden af te dekken met een wondafdekmiddel.
Ondanks al uw goede zorgen kunnen toch enkele plagen uw amandelboom lastig vallen.
De boom kan aangetast worden door Krulziekte Taphrina deformans is een veel voorkomende kwaal bij de amandel. Deze u alleen in het voorjaar vaststellen. De bladeren zijn dan blaasvormig opgezwollen, rood van kleur en worden later bedekt met een witte waas.
Heksenbezem Taphrina betulina manifesteerd zich als een dichte bundel van twijgen. Veel scheuten sterven af, maar andere blijven in leven en de bezem neemt langzaam in omvang toe.
In de winter durven vogels Aves, vooral de mussen, de jonge knoppen op eten. Daar kan het aantal bloesems en bijgevolg ook de opbrengst fel onder lijden.
Soms kunnen reeds in mei of juni groene vruchten worden geoogst. De pitkern is dan nog zacht en kan vers worden gegeten. Bij droog en zonnig weer worden in het najaar alle vruchten rijp. Eind september kunnen ze dan allemaal worden geoogst. Als je de amandelen goed laat drogen op een rek in de zon, kunt u ze in een koele omgeving enkele maanden bewaren.
Amandelen zijn voedzaam en lekker, je kunt ze natuur eten, in gebak en in snoep, maar ook in gerechten. Geplet, gepeld of geroosterd verfraaien ze op wonderlijke wijze schotels met vis, kip of de groenten in tajines.
Bittere amandelen kan je herkennen omdat ze korter en breder zijn dan de zoete amandelen. Voor consumptie gebruikt men enkel de zoete amandel. Ze worden gebruikt om amandelspijs, noga of marsepein van te maken. Er kan ook amandelolie of amandelmelk van worden gemaakt. Amandelmelk is licht.
Bittere amandelen bevatten circa 2-3% van het giftige blauwzuurglycoside amygdaline. Uit het amygdaline in bittere amandelen kan ongeveer 4–9 mg waterstofcyanide per amandel worden vrijgemaakt. Verschijnselen die kunnen optreden na het eten van bittere amandelen zijn opwinding, hoofdpijn, duizeligheid, spiersamentrekkingen, ademhalingsstoornissen en een plotselinge dood. De maximum hoeveelheid veilig te eten bittere amandelen is afhankelijk van het lichaamsgewicht; voor volwassenen ligt dit meestal tussen de 10 en 15, voor kinderen geldt een lager aantal.
De amandel is tamelijk calorierijk, maar levert tegelijk heel interessante vetzuren die bescherming bieden tegen hart- en vaatziekten. Hij bevat eveneens de anti-oxidatieve vitamine E.
Ze zitten boordevol vezels, vitamines en mineralen (magnesium, koper, fosfor, ijzer, zink, vitamine B2, vitamine E, foliumzuur, enz.). En tot slot leveren ze ook nog veel plantaardige eiwitten: 20 gram per 100 gram. Dat is bijna evenveel als vlees of een yoghurt. Ze zijn dus een waardevol voedingsmiddel voor vegetariërs.
De olie van de amandel wordt gebruikt in de cosmetica-industrie en in de dermatologie vanwege haar verzachtende en hydraterende eigenschappen. Ze bevat vermoedelijk ook hartbeschermende eigenschappen, een misschien wat verrassend kenmerk voor een vrucht die zoveel olie bevat, maar het gaat hier wel om mono-onverzadigde vetzuren. Die zijn, in tegenstelling tot de verzadigde vetzuren, net heel gezond. Amandelen bevatten ook veel fytosterolen en zijn dus goed ter bestrijding van cholesterol.
Ze zijn ook rijk aan vitamine E, een antioxidant dat vrije radicalen afremt en daardoor een beschermende rol speelt tegen kanker en tegelijk het verouderingsproces vertraagt. Het hoge vezelgehalte van de amandel helpt de darmtransit normaliseren en geeft snel een verzadigingsgevoel.
De amandel groeit vanouds in het Midden-Oosten en komt dan ook in de Hebreeuwse Bijbel voor. Hieronder een aantal citaten uit de Leidse vertaling.
In de christelijke iconografie is een amandel het symbool van de reinheid van de Maagd Maria.
Amandelolie wordt koud geperst uit amandelpitten:
Twee kilo amandelen leveren ongeveer 1 liter amandelolie. Deze olie van kleur, goed vloeibaar en heeft een aangename geur.
Zoete amandelolie bevat veel onverzadigde vetzuren en vitaminen. Ze wordt veel gebruikt als spijsolie.
Gebruik Amandelolie puur of in mengsels voor de verzorging van o.a.; eczeem, droge of geïrriteerde huid, dermatosen, zonnebrand, schaafwonden, jeuk, rimpels, schilferende (hoofd)huid, babyverzorging. Stimuleert doorbloeding en haargroei. In combinatie met Calendula een fijne verwarmende baby-olie. Uitstekende demaquillage olie, kan ook rond de ogen gebruikt worden. Het is een heerlijke olie om mee te masseren en hij laat zich ook goed mengen met etherische oliën.
Amandel | |
---|---|
Bloeiende amandelboom |
|
Taxonomische indeling | |
Rijk | Plantae (Planten) |
Stam | Embryophyta (Landplanten) |
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Angiospermae (Bedektzadigen) |
Clade | 'nieuwe' tweezaadlobbigen |
Clade | Fabiden |
Orde | Rosales |
Familie | Rosaceae (Rozenfamlie) |
geslacht | Prunus |
|
609 Kcal 6 gr. water 10,4 gr. koolhydraten 19,5 gr. eiwit 3,1 gr. suikers 52 gr. vet 2 gr. vezels
Minealen
250 mg. calcium, Ca 4,10 mg. ijzer, Fe 150 mg. magnesium, Mg 450 mg. fosfor, P 5 mg. kalium, K 5 mg. natrium, Na 2,10 mg. zink, Sn 0,80 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,02 mg. vit. A (Retinol) 0,22 mg. vit. B1 (Thiamine) 0,60 mg. vit. B2 (Riboflavine) 0,06 mg. vit. B6 (Pyrixodine) 30 µg. vit. B11 (Foliumzuur)
Ingrediënten
Bereiding
Tip :
Nog een tweede manier om amandel meel te maken:
Leg wat witte amandelen op een bakplaat en rooster ze in de oven op 175°C in 10 minuten goudkleurig. Laat ze iets afkoelen en maal ze in de keukenmachine fijn.
Marsepein is in een handomdraai zelfgemaakt. Je moet het alleen een dag laten opstijven.
Meng voor een halve kilo marsepein, 250 gram amandelen en 250 gram poedersuiker met 1 eiwit, enkele druppels citroensap en ongeveer 2 eetlepes water, goed dooreen.
Laat de marsepein verpakt in vershoudfolie 1 dag in de koelkast rijpen.
Door er kleurstoffen zoals sinaasappelextract aan toe te voegen kun je het in alle kleuren van de regenboog maken.
Niets is eenvoudiger dan zelf amandelmelk maken.
Vermaal 350 gram witte gepelde amandelpitten in een blender tot poeder. Maal niet te lang zodat de olie zich niet gaat afscheiden.
Vermeng de gemalen amandelen met één liter kokend water. Laat dat mengsel 20 tot 30 minuten staan.
Giet het mengsel door een zeef met een doek in (om eventueel nog eens te kunnen uitwringen).
Het opgevangen sap is de amandelmelk. De overgebleven brij kunt u vast nog gebruiken in gebak of andere gerechten.