De framboos Rubus idaeusbehoort evenals de gewone braam (Rubus fruticosus) tot de rozenfamilie (Rosaceae), het is een heel populaire vrucht in onze streken.
De framboos is een winterharde, bladverliezende vruchtsoort, die je in de meeste Europese landen van Spanje tot de Kaukasus kunt vinden.
De vrucht heeft een aparte aromatische smaak, waarmee ze zich onderscheidt van andere kleinfruit soorten.
De framboos is een in heel Europa van nature voorkomende plant, die op open plaatsen in het bos en langs bosranden voorkomt en is als voedsel al sinds de vroegste tijden in gebruik. De teelt gaat terug tot de Middeleeuwen.
Het is een heester waarvan de stengels tot 2 meter lang kunnen worden. Elk jaar worden nieuwe stengels uit wortelopslag gevormd. Bij de zomerframboos dragen alleen de tweejarige stengels vrucht, waarna deze afsterven. Bij de herfstframboos dragen daarentegen de toppen van de eenjarige scheuten de vruchten. De framboos bestaat uit vele vruchtjes en is een verzamelsteenvrucht. In tegenstelling tot de braam laat de framboos makkelijk los van de bloembodem. De meeste rassen dragen rode vruchten. Er zijn echter ook enkele rassen met gele vruchten.
Frambozen staan graag in de zon enigszins beschut tegen felle westenwind. Ook op een gedeeltelijk bescaduwde plaats doen ze het zeer goed. Een humusrijke, iets zure vochthoudende zandgrond is ideaal. Op kleigrond is de opbrengst zeer matig.
Frambozen vermeerderen via zaad is mogelijk, maar sterk af te raden. Om de eigenschappen van de moederplant en dus het ras te behouden is het aan te raden de plant vegetatief te vermeerderen door wortelstekken, zomerstekken of afleggen.
Door de zomerframbozen in een plastic tunnel te telen is de oogst met ongeveer een maand te vervroegen. Frambozen kunnen ook onder glas geteeld worden, zowel in potten als in de grond. Door de kas te verwarmen kan de oogst nog eens met een maand vervroegd worden.
Normale buitenteelt. Direct na de oogst worden de afgedragen stengels verwijderd. In het vroege voorjaar worden de nieuwe stengels aangebonden. Voor de buitenteelt worden 8-10 stengels per meter aangehouden, de rest van de stengels wordt weggesnoeid.
Om een goede oogst in het najaar te krijgen worden in de winter alle scheuten weggesnoeid. Door herfstframbozen in een verwarmde kas te telen kan de oogst tot eind december plaatsvinden. Bij de doorteelt worden in de winter alleen de afgedragen toppen verwijderd. In het voorjaar wordt dan van de onderste ogen geoogst.
Snoei na de oogst de afgedragen takken helemaal weg.
Maar let op:
zomer- en herfstframbozen snoei je op een ietwat verschillende manier.
Eens de vruchten rijp zijn, kunnen ze niet lang aan de struik blijven hangen. Pluk dus zeer regelmatig. Afhankelijk van het ras is dat van eind juni tot diep in de herfst. De oogst duurt ongeveer 3 à 4 weken.
ewoonlijk plukt men de bessen zonder steeltje, maar wilt u ze langer na de oogst kunnen bewaren pluk dan ook het steeltje mee af; alhoewel ze dan ook niet veel langer houdbaar blijven. De vruchten hebben een specifieke smaak en zijn afhankelijk van het ras lichtrood tot donkerrood gekleurd. Frambozen worden zowel vers gegeten als verwerkt in frambozenjam, vruchten op siroop, tot bavarois, tot sap, tot puree en saus zelfs frambozenazijn. Je kan ze ook als losse vruchten invriezen. Van gedroogde bladeren kan je een thee trekken.
Zoals alle vruchten heeft ook de framboos een lage pH-waarde, die varieert van 3,0 tot 3,65. Een liter frambozensap bevat 12-19 g zuur (gemiddeld 15,5 g), waarvan citroenzuur het hoofdbestanddeel is. Verder komen als organische zuren nog appelzuur en iso-citroenzuur voor. De framboos bevat gemiddeld 8,15% suiker bestaande uit glucose, fructose en sacharose in ongeveer gelijke hoeveelheden. De Brix-waarde is 8,5-11,5°. Verder zitten in frambozen vooral vitamine C, maar ook de vitaminen B2 en B6 komen erin voor. Daarnaast bevatten frambozen 1% eiwit en 7% koolhydraten. De energie-inhoud van 100 g is 134 kJ.
Bovendien blijkt dat de framboos een hoog gehalte aan gezondheidsbevorderende stoffen, zogenaamde antioxidanten, heeft. Zelfs meer dan tomaten, kiwi's of broccoli. Ook heeft de framboos een hoog gehalte aan ellagitannines, die behoren tot de geneeskrachtige stoffen.
De bloemen werden door Dodonaeus in een mengsel met honing aanbevolen tegen onder meer ooginfecties. De framboos wordt tegenwoordig gebruikt in medicijnen voor kinderen om er een lekker smaakje aan te geven.
Van het blad van de frambozenstruik kan men thee trekken. Dat is iets dat tegenwoordig niet zoveel meer gedaan wordt, maar in de Middeleeuwen deed men dat wel. Men gebruikte dit vocht dat getrokken was van frambozenbladeren vooral voor zwangere vrouwen, want de overtuiging was dat het de buikspieren verstevigde en zo de bevalling vergemakkelijkte. Bovendien verliep het bloedverlies na de bevalling milder én de productie van de moedermelk zou beter op gang komen. Buiten dat, werd de thee ook toegepast bij mondzweren, bloedend tandvlees en diarree.
De bloei is van eind mei tot eind juni. De framboos kan zich zelf bestuiven, maar insectenbestuiving, met name door bijen en hommels, bevordert de vruchtzetting. Er zijn, afhankelijk van het ras, bij de zomerframbozen rijpe vruchten vanaf eind juni tot half augustus. Per ras duurt de oogst ongeveer vier weken. Het verschil in rijptijd tussen het vroegste en laatste ras is ongeveer twee weken. Bij de herfstframbozen zijn er rijpe vruchten vanaf begin augustus tot de eerste week van oktober en bij een doorteelt ook in mei tot half juli. Per ras duurt de oogst bij herfstframbozen zes tot acht weken.
Frambozen groeien in het wild, op door het kappen van bomen of door vuur ontstane open plaatsen in het bos. Eenmaal uit zaad opgekomen verbreidt de plant zich verder door wortelopslag.
In de middeleeuwen leefde er een Vlaamse arts en botanicus die er van overtuigd was dat de bloemen vanrambozenstruiken vermengd met honing kon worden aangewend om ooginfecties te genezen. Hij heeft er zelfs een boek over geschreven. Zijn naam was: Rembertus Dodonaeus.
Framboos | |
---|---|
Plukklare framboos |
|
Taxonomische indeling | |
Rijk | Plantae (Planten) |
Stam | Embryophyta (Landplanten) |
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Angiospermae (Bedektzadigen) |
Clade | 'nieuwe' tweezaadlobbigen |
Clade | Asteriden |
Orde | Rosales |
Familie | Rosaceae (Rozenfamilie) |
geslacht | Rubus |
|
68 Kcal 76 gr. water 14,3 gr. koolhydraten 1,2 gr. eiwit 14,1 gr. suikers 0,5 gr. vet 7 gr. vezels
Mineralen
40 mg. calcium, Ca 1 mg. ijzer, Fe 25 mg. magnesium, Mg 40 mg. fosfor, P 170 mg. kalium, K 0,15 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,02 mg. vitamine B1 (Thiamine) 0,05 mg. vitamine B2 (Riboflavine) 0,07 mg. vitamine B6 (Pyrixodine) 25 µg. vitamine B11 (Foliumzuur) 25 mg. vitamine C (Ascorbine)
Ingrediënten
Bereiding
Ingrediënten
Bereiding