De radijs (Raphanus sativus subsp. sativus) is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Cruciferae oftewel Brassicaceae).
Wie kent ze niet? De mooie kleine rode "knollekes". Het zijn één van die vroege lente groenten die je reeds eind februari in de groenterekken ziet liggen en je onmiddelijk een zomers gevoel geven.
Het zijn winterharde tweejarige kleinblijvende plantjes die als eenjarige worden geteeld om de eetbare knolletjes. Deze pittige plantjes zijn afkomstig uit Azië en worden meestal rauw gegeten. Maar hun combinatiemogelijkheid met andere groenten en gerechten is bijna onuitputtelijk.
Hun pikante smaak hebben ze te danken aan de mosterdolie die ze bevatten. Er bestaan rode, witte, rood met wit, zwarte en gele radijsjes.
Wie over een halve vierkante meter grond beschikt, is eigenlijk al verplicht om radijsjes te zaaien. Ze groeien werkelijk overal en snel. In de siertuin kan je ze om het even waar tussen zaaien. Ook in bloembakken of potten kan je radijsjes telen.
Radijsjes kan je het hele groeiseizoen door telen, maar meestal beperkt men zich tot de kweek in het voorjaar. Ze moeten snel kunnen groeien, teel ze daarom in grond die voorzien is van oude stalmest of turfmolm en met een pH gehalte van 6,5 - 7,5.
Zaai regelmatig van begin lente tot aan de herfst ongeveer 1 cm diep op rijen van 15 cm. of gewoon breeduit. Dun ze 10 dagen na opkomst uit op 2,5 - 3 cm in de rij, of in het tweede geval op 2,5 cm in elke richting. Geef regelmatig water en houd ze onkruidvrij.
In de moestuin gaan ze goed samen met: sla, erwten en kervel. Je kan ze tussen de meeste traaggroeiende gewassen telen zoals peterselie, pastinaak en andere...
De radijs kan in de zomer aangetast worden door de maden van de kleine koolvlieg. Chortophila brassicae. De maden vreten bruinkleurige gangen in de knol. Met insectengaas kan deze aantasting voorkomen worden.
Zwarte vlekken op de knol worden veroorzaakt door de schimmel valse meeldauw, Peronospora parasitica in de volksmond en ook door tuinders ook wel "het wit" genoemd, en dat kan vooral in de herfst optreden.
Geef tijdens langdurige droogte regelmatig water om het openscheuren van de wortels te voorkomen. Plant tussen twee rijen rasijsjes een rij ajuin om plagen en ziekten te voorkomen. Zaai ze in de siertuin in de nabijheid van tagetes (afrikaantjes, stinkertjes of hoe je ze ook wilt noemen), ook dat helpt plagen te vermijden.
De bol van de radijs wordt meestal rauw gegeten, eventueel dippen in zout. In schijfjes gesneden of geraspt kunnen ze dienen als broodbeleg, in platte kaas of als garnering van rauwkostschotels.
Het groen loof kan je gebruiken als pluksla of koken als spinazie. Verse bladeren zijn ook uitstekend in soep.
Mensen die soms moeite hebben om radijsjes te verteren, hebben er trouwens baat bij om samen met de knolletjes ook het loof te eten.
Radijsjes zijn gezond, want ze bevatten nogal wat vitamines C en B en ook verschillende interessante mineralen. Radijsjes bevatten weinig calorieën, je wordt er dus niet dik van.
Ze hebben een slijmoplossende werking en verlichten bij een opgeblazen gevoel. Radijzen stimuleren de spijsvertering, de werking van blaas en lever en zijn nuttig tegen diarree.
Radijsjes zijn net als de andere kruisbloemigen groenten ook zeer nuttig om verschillende kankers te helpen voorkomen.
Mensen met galblaas problemen (galstenen, verstoppingen) kunnen beter niet te veel van deze groente eten. Evenals mensen met leverproblemen.
Raphanus betekent in het Grieks "Snelle verschijning" wat wijst op de snelle kieming van deze planten.
Omdat de radijs reeds heel goed gekend was in de Hellenistische en Romeinse tijd, doet vermoeden dat deze plant reeds veel vroeger in cultuur was.
De wilde vorm van radijs, raap en mosterd die hoofdzakelijk in West-Azië en Europa gevonden zijn, daardoor verondersteld men dat radijs van daar afkomstig is.
Maar Zohary en Hopf die opmerken dat "er zijn bijna geen archeologische gegevens beschikbaar", besluiten:
"Suggesties over de oorsprong van deze planten zijn noodzakelijkerwijs gebaseerd op taalkundige overwegingen."
De Japanse reuze witte radijs (Raphanus sativus var. longipinnatus) wordt Daikon genoemd. Deze radijs is behalve in Japan ook in supermarkten in Korea en de V.S. beschikbaar. In Nederland is Daikon te koop in de meeste toko's, of in Japanse speciaalzaken. De gebruikelijkste variëteit is wortelvormig, zo'n 30 cm lang en 10 cm breed. Botanisch gezien bestaat de Daikon uit het opgezwollen hypocotyl en de opgezwollen wortel. In Korea wordt de daikon gebruikt voor het bereiden van bijvoorbeeld Ggakdugi.
Daikonkers is het jonge groen van een bepaalde variant van Raphanus sativus. Het wordt in de Oosterse keuken verwerkt in salades en als garnering. Het heeft een pittige en peperachtige geur en lijkt wel iets op tuinkers.
Bron : Wikipedia
Radijs | |
---|---|
Een bosje halflange ronde witpunt radijsjes |
|
Taxonomische indeling | |
Rijk | Plantea (Planten) |
Stam | Embryophyta (Landplanten) |
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Angiospermae (Bedektzadigen) |
Clade | 'nieuwe' Tweezaadlobbigen |
Clade | Malviden |
Orde | Brassicales |
Familie | Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) |
Geslacht | Raphanus |
|
16 Kcal 95,27 gr. water 3,40 gr. koolhydraten 0,68 gr. eiwit 1,86 gr. suikers 0,10 gr. vet 1,60 gr. vezels
Mineralen
25 mg. calcium, Ca 0,34 mg. ijzer, Fe 10 mg. magnesium, Mg 20 mg. fosfor, P 233 mg. kalium, K 39 mg. natrium, Na 0,28 mg. zink, Sn 0,13 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,01 mg. B1 (Thiamine) 0,03 mg. B2 (Riboflavine) 0,07 mg. B6 (Pyrixodine) 25 µg. B11 (Foliumzuur) 14,8 mg. C (Ascorbinezuur)
Ingrediënten
Voor de dressing
Bereiding
Ingrediënten 4 pers.
Bereidingswijze
Bron : Paule Neyrat,diëtiste