Sjalot

Allium ascalonicum

De sjalot Allium ascalonicum is een plant uit de lookfamilie (Alliaceae) die geteeld wordt als kruiderij en als groente. Sjalot is waarschijnlijk afkomstig uit Palestina. Hij is familie van de gewone ui. Er zijn verschillende soorten sjalotten met diverse vormen (rond of langwerpig) en kleuren (van bruin tot grijs). In tegenstelling tot uien waar elke plant normaal een enkele bol vormt, vormen sjalotten groepen scheuten: ze planten zich ook via scheuten voort.

Het is een winterhard bolgewas dat meestal als eenjarige wordt opgekweekt uit overgehouden bollen van het vorige jaar. De plant vormt een kluster van 20 tot 30 cm met holle cilindrische bladeren. De bloeiwijze is als bij alle planten uit de lookfamilie een bolvormig bloemscherm, die kleine zwarte zaden voortbrengt.

Het zijn de volgroeide knolletjes die worden geconsumeerd, maar ook in een jong stadium kan sjalot worden gebruikt, bijvoorbeeld in salades of bij vleesgerechten. Ook het jonge blad is eetbaar. De smaak van sjalotten is ook sterker dan die van de ui.

Sjalot kan je ook links en rechts wel ergens in uw siertuin tussen planten. Zelfs in bloembakken zal het lukken.

Sjalot groeit het beste op een zonnige in niet te natte humusrijke grond.

Sjalot kan reeds begin maart buiten ter plaatse worden uitgeplant. Neem gezonde bollen die je hebt overgehouden van vorig jaar, van ongeveer 2 cm doorsnee en plant ze in rijen die 40 cm uit elkaar liggen met 25 cm tussenruimte in de rij, de minimum afstand is 15 X 30 cm. Hoe ruimer je plant hoe gemakkelijker het is om onkruid te wieden zonder de jonge knolletjes uit de grond te lichten.

Maak een klein gaatje in de grond (i.p.v. de bollen in de grond te duwen) en zorg dat de bovenkant "de neus" van de bol met de grond gelijk komt of er juist bovenuit steekt. Strooi vooraf een gewone samengestelde kunstmest over het perceel. Houd het gewas onkruidvrij en geef bij extreme droogte water.

In de moestuin gaan ze goed samen met: sla, erwten en kervel. Je kan ze tussen de meeste traaggroeiende gewassen telen zoals peterselie, pastinaak en andere…

Vogels Aves durven de pas geplantte knolletjes wel eens uit de grond te trekken. Dat kunt u voorkomen door het plantbed met een vogelnet of draad af te dekken.

Verder kunnen ze soms last hebben van de uienvlieg Hylemia antiqua of stengelaaltjes Ditylenchus-soorten. Een te hoog stikstofgehalte in de grond werkt dan weer valse meeldauw Peronospora parasitica en bladvlekkenziekte Gnomonia leptostyla in de hand. Geef dus niet teveel stikstofmest, maar eerder een flinke gift kalk en potassulfaat.

Plant uw sjalotten in combinatie met aardbeien of in de buurt van appelbomen.

Snij van de sjalot de beide uiteinde weg en verwijder de schil. Dan kunt u hem in ringen snijden of versnipperen. Bak sjalotten niet te hard of te lang mee, anders krijgen ze eerder een bittere smaak.

Jonge sjalotten kan je in allerlei (koude) gerechten gebruiken als toekruid.

Gebruik gedroogde sjalotten na het schillen rauw, gekookt, gebakken of gefruit in allerlei gerechten. In combinatie met tijm, rozemarijn en honing zijn ze onweerstaanbaar.

Goed gedroogde sjalotten bewaren bij 0°C 6 tot 8 maanden. leg de kleinste (± 2 cm) aan de kant om volgend jaar opnieuw te planten. Jonge sjalotten met loof kan je ongeveer een week bewaren bij 0 à 1°C.

Sjalotten bevatten meer antioxidanten dan de andere groeten uit de lookfamilie. Hij is dan ook gezonder en beter verteerbaar. In dat kleine bolletje zit quercitine, de inname van veel van deze stof heeft een kleinere kans om welvaartsziekten zoals diabetes, kanker en hart-en vaatziekten te krijgen.

Sjalotten bevatten ook veel meer vitaminen en mineralen dan gewone uien. En heeft een antibacteriële, antischimmel, antivirale, anti-allergene en ontstekingsremmende werking. Het regelmatig gebruik van sjalot zou de kans op maagkanker verkleinen.

Het regelmatig eten van sjalot reduceert eveneens de kans op het krijgen van osteoporose; dankzij de aanwezigheid van de calcium, mangaan en fosfor helpt deze groente effectief aan de botopbouw, wat met calcium alleen niet werkt.

De zwavelcomponenten in sjalotten zijn goed voor een elastische huid. De bloedzuiverende eigenschappen spelen hierbij een belangrijke rol. Vitamine A heeft als antioxidant goede eigenschappen voor de huid. Vroegtijdige rimpelvorming wordt tegen gegaan met het eten van sjalotjes.

Leuk om weten

Geschiedenis

In de zestiende eeuw is de schorseneer vanuit het Middellandse Zeegebied (Spanje en Italie) naar de Lage Landen geïmporteerd. De naam is afgeleid van het Italiaanse woord voor zwarte adder, scorzone, omdat de groente zo onaantrekkelijk was. Italianen doopten de schorseneer scorza nera, wat zwarte schil betekent.

Zoals gezegd raakte de schorseneer na de Tweede Wereldoorlog uit de mode. Sinds 1995 komt de schorseneer weer mondjesmaat terug.

Weetje

De kenmerkende geur van de sjalot — trouwens van alle planten uit de uienfamilie — zijn te wijten aan verschillende zwavelmoleculen.

Het is ook dankzij antioxidanten en deze zwavelverbindingen dat er veel medicinale eigenschappen aan deze planten uit de uienfamilie worden oegeschreven.

Zo zouden ze goed zijn voor het hart, bloedvaten en de cholesterol. Ze verhogen de vitaliteit, hebben een goede invloed op het geheugen, en helpen bij loude handen of voeten.

Naast het feit dat ze infectiewerend en bloeddruk verlagend werken beschermen ze ook tegen ouderdoms verschijnselen.

Het is alleen spijtig dat na grondig onderzoek al deze gezondheids eigenschappen nogal sterk overschat worden

Leuk om weten

Taxonomische indeling
Sjalot
Pas geoogste sjalotten

Pas geoogste sjalotten

Taxonomische indeling
Rijk Plantea (Planten)
Stam Embryophyta (Landplanten)
Klasse Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade Angiospermae (Bedektzadigen)
Clade Eenzaadlobbigen
Clade
Orde Asparagales
Familie Alliaceae (Lookfamilie)
Geslacht Allium
Allium ascalonicum

Voedingswaarde
per 100 gram
72   Kcal
80   gr. water
16,8 gr. koolhydraten
2,50 gr. eiwit
7,87 gr. suikers
0,10 gr. vet
3,20 gr. vezels
                     

Mineralen

37   mg. calcium, Ca
1,20 mg. ijzer, Fe
21   mg. magnesium, Mg
60   mg. fosfor, P
334  mg. kalium, K
12   mg. natrium, Na
0,40 mg. zink, Sn
                     

Vitaminen

0,06 mg. B1 (Thiamine)
0,02 mg. B2 (Riboflavine)
0,20 mg. B3 (Niacine)
0,34 mg. B6 (Pyrixodine)
34   µg. B11 (Foliumzuur)
8    mg. C (Ascorbinezuur)
0,04 mg. E (Tocoferol)
0,8  µg. K (Filochinon)
                     
In andere talen
  • FRANÇAIS : Échalote
  • DEUTCH : Schalotte
  • ENGLISH : Shallot
  • ITALIANO : Scalogno
  • PORTUGUÊS : Shallot
  • ESPAÑOL : Chalota
  • DANSK: Skalotteløg
  • POLSKI: Czosnek askaloński
  • NORSK: Sjalottløk
  • SVENSKA: Schalottenlök

Recepten

Sjalottenconfituur

Ingrediënten

  • 16 sjalotten
  • 2 dl. rode wijn
  • 1 koffielepel honing
  • 1 takje tijm
  • 1 blaadje laurier
  • 1 dl. bruine fond
  • klontje boter

Bereiding

  1. Pel de sjalotten en snij ze fijn.
  2. Doe ze in een pan met wat boter en bak ze tot ze glazig worden.
  3. Blus de pan met de rode wijn, roer goed zodat alles goed loskomt van de pan en voeg daarna de tijm, de laurier, de bruine fond en de honing toe.
  4. Laat op een matig vuurtje tot de helft inkoken en breng op smaak met peper en zout.
Onglet met sjalot en rode wijnsaus

Ingrediënten 4 pers.

  • 4 stukken onglet van 125 g
  • 250 g sjalot
  • 1,5 g laurierblaadjes
  • 125 ml cognac
  • 750 ml rode wijn
  • 1 liter bruine fond
  • peper en zout
  • boter

Bereiding

  1. Reinig de sjalot en snijd fijn.
  2. Smelt de boter in een pot en bak de sjalot en de laurierblaadjes.
    Blus met cognac en laat inkoken.
  3. Voeg de rode wijn toe en laat tot de helft inkoken.
  4. Voeg de bruine fond toe en laat opnieuw tot de helft inkoken, houd de saus warm.
  5. Kruid met peper en zout en werk af met een klontje verse boter.
  6. Kruid de middenrifspieren en smelt boter in een pan en leg het vlees in de bruisende boter.
  7. Voeg klontjes verse boter toe en zorg ervoor dat ze steeds lichtbruin blijven.
  8. Draai het vlees regelmatig om en schep er de bruisende boter over.
  9. Giet het vet uit de pan en kook de braadresten los met een weinig saus.
  10. Zeef de losgekookte braadresten opnieuw en voeg toe aan de saus.
  11. Schik het vlees op een bord, overgiet met de saus.

Bron : Lekker van bij ons