De gelderse roos Viburnum opulus of "Sneeuwbal" is een decoratieve wilde struik uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae) die tussen mei en juni schitterend witte en lichtroze lentebloesems voortbrengt.
Gevolgd door trosjes met hangende rode bessen tussen de karmozijnrode bladeren in de herfst, die lang aan de struik blijven zitten.
De randbloemen zijn steriel, de overige bloemen fertiel (vruchtbaar). De randbloemen hebben de functie om insecten te lokken.
De vruchten worden gebruikt als conserveringsmiddel en er wordt alcohol van gedistileerd. Ze zijn erg zuur, maar smaken samen met vlierbessen, lijsterbessen en bramen goed in konfituur.
Viburnum groeit in elke goede, vochtige tuingrond. De soorten die om hun mooie bessen worden geteeld, geven betere resultaten als ze met twee of drie bij elkaar worden geplant.
Om de plant te vermeerderen, neemt u in juni of juli 7,5 - 10 cm lange stekken met een hieltje van zijscheuten. Zet de stekken in potten gevuld met gelijke volumedelen turf en zand en plaats ze in een kweekbak. Zorg ervoor dat de bodemwarmte in de kweekbak zo'n 16°C bedraagt.
Zet de stekken in april of mei buiten op een bedje en kweek ze daar nog twee of drie jaar verder. Plant ze dan tussen oktober en maart op de plaats van bestemming.
U kunt ook lange zijscheuten in september afleggen en ze het jaar daarop los snijden.
Verwijder na de bloei het dode hout om grauwe schimmel te voorkomen, en snoei af en toe om de plant luchtig te houden. De larven van het sneeuwbalhaantje, kunnen soms lelijk huishouden, en de bladeren vol gaten vreten.
De inhoudsstoffen van gelderse roos: looitoffen, organische zuren, viburnine, valeriaanzuur en harsen hebben vooral kalmerende, spierrelaxerende en samentrekkende eigenschappen.
Sneeuwbal wordt ook toegepast bij specifieke vrouwenkwalen: Het ontspant de spieren van de baarmoeder, en wordt daarom wel eens toegepast bij dreigend miskraam ( steeds onder medische begeleiding! ), maar ook bij menstruele krampen (dysmenorrhee, pijnlijke maandstonden). De samentrekkende eigenschappen van de schors van de Gelderse roos vinden hun toepassingen bij te overvloedige maandstonden (hypermenorrhee) en bij bloedingen in het post-partum (na de bevalling) of in de menopauze (natuurlijk enkel wanneer een cancereuze oorzaak van de bloedingen is uitgesloten).
Gelderse roos helpt eveneens bij: maagkrampen, spastisch colon, darmkolieken, obstipatie.
De bessen geven, indien rauw gegeten, aanleiding tot braken en diarree, maar zijn gekookt ongevaarlijk.
Het kruid is niet aangewezen bij mensen met een lage bloeddruk. Het gebruik is afgeraden tijdens borstvoeding, en mag tijdens de zwangerschap enkel worden toegestaan mits deskundige begeleiding.