Kersen - krieken

Prunus avium of Prunus cesarus

De kers of kriek Prunus avium of Prunus cesarus zijn populaire steenvruchten die tot de rozenfamilie (Rosaceae) behoren; De vruchten zijn klein, bolvormig en bevatten meestal een pit.

Kersen worden hoofdzakelijk onderverdeeld in twee botanische soorten, namelijk de zoete kers Prunus avium en de zure kers Prunus cesarus Sommigen voegen er nog een derde aan toe namelijk de royalen maar dat is eigenlijk een kruising tussen beide voorgaande. Ze houden dan ook zowat het midden tussen zure en zoete kersen.

De zoete kers is een forse boom die wel 20 meter hoog kan worden en van nature in België en Nederland voorkomt. Belgen noemen de vrucht gewoon kers. De zure kers daarentegen is een struik van ongeveer 6 meter en komt niet van nature voor in België of Nederland. Zure kers noemt men gewoonlijk kriek of morel.

De kersebomen die je tegenwoordig koopt in het tuincentrum worden meestal niet groter dan 2,5 à 3 meter. En zijn daarmee dan ook geschikt om in een kleinere tuin te worden aangeplant. En dan heb je ook nog de sierkersen, waarover u een en ander kunt lezen bij het menu-item: Siertuin.

Kerselaars worden meestal vermeerdert door middel van enten. Er zijn gewoonlijk geen klein blijvende onderstammen te verkrijgen, hoewel deze op het ogenblik wel ontwikkemd worden, en de wilde kers is veel gebruikt als onderstam voor zoete of zure kersen. teneinde bacterikanker te voorkomen wordt meestal gebruik gemaakt van een resistente onderstam, 'maling F12/1' voor het vormen van de stam en de takken; de enten worden aan de basis van de zijtakken aangebracht.

Plant de jonge boompjes tussen november en februari (november is de beste maand) op een zonnige plaats (zure kers verdraagt iets meer schaduw). Zorg bij het planten dat de entplaats ( te herkennen aan de knobbel op de stam) 15 cm boven de grond blijft. En zet de zoete kers op 4 meter en de zure kers op 3 meter van elkaar als je meer dan één boom plant.

Plant leibomen wanneer ze vier jaar oud zijn, struiken en hoogstammen wanneer ze twee jaar oud zijn. Zoete kersen verlangen, goed gedraineerde, vruchtbare klei en doen het slecht op andere grondsoorten. De grond moet bij voorkeur kalk bevatten. Zure kersen groeien bevredigend op de meeste gewone grondsoorten, als deze maar een goede afwatering hebben.

Als zoete kersen eenmaal zijn aangeslagen, kan er rond de bomen gras worden gezaaid. Zure kersen moeten worden gekweekt op kale grond die vrij wordt gehouden van onkruid; dit kan door ondiep te schoffelen of met chemische onkruidverdelgers.

Geef zoete kersen in het voorjaar oud en 15 gr. patentkalie stalmest, en voeg daaraan 20-25 gr. patentkali een kunstmeststof die bestaat uit kaliumsulfaat en magnesiumsulfaat per m2 toe. Geef bovendien om de twee jaar 60-100 gr. superfosfaat per m2.

Dien in het voorjaar alle zure kersen 45-60 gr. kalkammonsalpeter en 15 gr. patentkali per m2 toe. Geef om de twee of drie jaar 45-60gr superfosfaat per m2. Leibomen, waarvan minder groei wordt verlangd, hebben ook minder kunstmest nodig. Zorg ervoor dat de kersen die tegen een muur groeien in de zomer geregld water krijgen.

Laat de vruchten aan de boom hangen tot ze goed rijp zijn (tenzij ze barsten), maar dan moeten ze spoedig geconsumeerd worden. Zure kersen kunnen het best met een schaar van de boom worden geknipt om te voorkomen dat er stukken uit de schors worden gescheurd, waardoor ziekten kunnen ontstaan.

Zoete kersen moet u weinig snoeien. Misschien moet u de eerste jaren na het planten enkele takken wegknippen om een goede vorm te krijgen. Als de boom vruchten draagt, hoeft u er alleen voor te zorgen dat hij goed 'open' blijft. Zodat er voldoende licht tot in het hart van de boom kan doordringen. De eigenlijke snoei beperkt zich tot het wegknippen van takken die te dicht opeen zitten of elkaar kruisen.

Snoeien van zure kers

Zure kersen dragen vruchten op eenjarig hout, dus op takken die het vorig jaar gevormd zijn. Daarom vraagt de snoei van zure kers toch iets meer aandacht dan de zoete kers. Als u de zure kers niet voldoende snoeit, ontwikkelen zich lange slappe takken die geen vruchen dragen.

De eertse jaren na het planten moet het "geraamte" van de struik gevormd worden. Knip hier en daar een tak helemaal weg, zodat de boom niet te vol wordt. Als de struik eenmaal vruchten draagt, knipt u de takken die dit jaar vruchten hebben gedragen vlak boven een nieuwe scheut af.

Zure kers kan ook als waaiervorm tegen een muur worden gesnoeid, dat mag zelfs een muur zijn op het noord-oosten. Kijk voor het vormen van een waaier bij de perzik.

De snoeitijd voor kersen is de zomer, vlak na de oogst. In deze tijd groeien wonden sneller dicht dan in de winter, waardoor de kans op infectie veel kleiner is. Om die reden is het ook belangrijk om snoeiwonden direct af te dekken.

Ondanks al uw goede zorgen kunnen toch enkele plagen uw kersenboom lastig vallen.

Sommige vogels Aves, vreten gedurende de winter de knoppen aan, en andere, voornamelijk merels, eten de rijpende vruchten. Bladluizen Aphidoidea, en dan in het bijzonder de zwarte kersenluis, tasten de knoppen van jonge scheuten aan en geven vervorming aan de bladeren, waardoor groeiremming optreedt.

Bacteriekanker Pseudomonas mors-prunorum belet de knoppen van de aangetaste takken om in het voorjaar open te gaan, of het doet de zich ontvouwende bladeren geel kleuren, smal worden en omkrullen; ze verwelken en sterven af gedurende de zomer Bij de stam en de basis van een aangetaste tak vindt men ingezonken plekken. De zieke tak vertoont een kenmerkende afplatting aan één kant. Uit de ingezonken plekken komen grote hoeveelheden gom lopen. De bomen lopen in het voorjaar niet uit, of houden plotseling op met groeien.

Chlorose is aan de bladeren te zien als een geelkleuring tussen de nerven en is een algemeen voorkomende kwaal bij bomen die op een te alkalische grond staan, waardoor ijzer-, mangaan- of zinkgebrek optreedt. Hagelschotziekte Septoria gladioli, als gevolg van een schimmel, geeft talrijke ronde, bruine vlekjes op de bladeren. De weefsels sterven af, waardoor er gaatjes in de bladeren komen. Honigzwam Armillaria mellea kan de bomen snel doden. Ze kunnen ook snel sterven als gevolg van een teveel aan water. En zoals bij alle steenvruchten is er altijd kans op loodglans Stereum purpureum, die ziekte doet de bladeren aan een of meer takken een loodkleur krijgen. Aangetaste takken sterven af, en de gehele boom kan tenslotte dood gaan. Afgeplatte paarse vruchtlichaampjes van de schimmel wordn zichtbaar op het dode hout. De inwendige weefsels van zieke stammen krijgen een paarsbruine kleur; een doorsnede van een tak met loodkleurige bladeren moet op dergelijke tekenen worden onderzocht.

Afhankelijk van het ras, kunnen kersen en krieken geoogst worden tussen half juni en begin augustus. Een gezonde boom levert gemiddeld zo'n 10 tot 12 kg. fruit per jaar.

Kersen zijn heel kort houdbaar en moeten dus (goed gewassen onder stromend water) snel gegeten worden, idealiter nog dezelfde dag of de dag na het plukken; dan zijn ze op hun best qua smaak en sappigheid. Verse kersen kunt u hooguit twee dagen bewaren in de groentelade van uw koelkast. Haal ze in dat geval een uur voor dat je ze opeet uit de koelkast om ze terug hun volle smaak te laten krijgen. Kersen die je eerst gewassen en van het steeltje en de pit ontdaan hebt, kun je in de diepvriezer bewaren.

Men kan van kersen ook sap of jam van maken. Probeer er eventueel eens snoepjes van te maken. Droog de niet ontpitte kersen in een warme oven van 60 graden (laat de ovendeur op een kier staan) en laat ze verschrompelen tot een soort rozijnen.

Ze kunnen in vruchtensalades verwerkt worden. Kersen worden echter ook gebruikt voor tal van bereidingen, zoals compote, jam, taarten, clafoutis, kersen op sterk water. Ze kunnen ook dienen voor het versieren van warme gerechten, zoute schotels, vaak als begeleiding bij wild.

Kersen zijn rijk aan stoffen die tegen kanker en hartziekten beschermen. De meest spectaculaire effecten van kersen zien we bij gewrichtspijnen.

De stoffen die kersen rood tot purper kleuren, heten 'anthocyaninen', die je ook in bessen terugvindt. Hoe donkerder de kersen zijn, hoe meer anthocyaninen erin zitten. Deze anthocyaninen zijn sterke ontstekingsremmers.

Studies bij gezonde mensen tonen aan dat ontstekingen in het bloed dalen na vier weken 280 gram kersen per dag te eten. Kersen verlagen ook het urinezuurgehalte van het bloed: daarom zijn ze mogelijk gezond voor lijders van jicht en andere vormen van artritis.

Kersen zijn een goede bron van vezels en kalium. Kalium, de tegenhanger van natrium uit keukenzout, is nodig voor een ideale bloeddruk. Kersen zijn verfrissend. Ze leveren suiker (glucose + fructose) die rechtstreeks door het organisme opgenomen en gebruikt kan worden. Ze hebben een sterke urineafdrijvende werking, waardoor ze de werking van de nieren bevorderen. De vezels in de kersen stimuleren de darmwerking.

Leuk om weten

Kriekenlambiek

Kriekenlambiek of kortweg kriek is een Belgische biersoort van spontane gisting met zure kersen.

Kriek wordt bereid door krieken toe te voegen aan de houten vaten waarin de lambiek wordt gegist. De lambiek heeft dan al 3 tot 18 maanden gerijpt. Gemiddeld voegt men tweehonderd gram morellen per liter bier toe. Een kriekbier heeft dan ook een sterke kriekensmaak.

Na negen maanden rijping wordt de kriek gefilterd en in flessen gebotteld. Het bier rijpt verder in de fles. De fles moet dus tegen druk bestand zijn. Traditioneel worden daarom champagneflessen van 75 cl gebruikt.

Meest geteelde zure rassen
  • Kelleris :
    Geeft donkerrode zure kersen. Het ras is vatbaar voor bladvalziekte, waardoor het blad vervroegd van de boom valt.
  • Morel :
    Beter gekend als 'Noordkriek'. Dat is het bekendste zure kersenras. Als u de donkerrode kersen volledig laat rijp worden aan de boom, zijn ze zelfs min of meer geschikt om vers te eten, hoewel ze dan nog redelijk zuur zijn. In de natte jaren is 'Morel' redelijk gevoelig voor loodglans.
  • Elmer :
    Is een goed ras van zure kers, dat weinig vatbaar is voor ziekten. De vruchten zijn iets lichter van kleur dan die van de 'Morel'.
Meest geteelde zoete rassen
  • Burlat (Bigarreau) :
    Rijpt vroeg (2de en 3de kersenweek). Tamelijk grote donkerrode vruchten met tamelijk zacht vruchtvlees. Goede smaak. Springt gemakkelijk na regen. Bloeitijd vroeg tot middenvroeg.
  • Merchant :
    Rijpt tamelijk vroeg (3de en 4de kersenweek). Tamelijk grote tot grote donker gekleurde kersen. Zeer productief; neigt soms tot overproductie waarbij de vruchtgrootte dan achter blijft. Goede smaak. Bloeitijd vroeg tot middenvroeg.
  • Early Rivers :
    Ook wel 'Vroege Duitse' ofwel Lindekersgenoemd; rijpt omstreeks half juni (2de en 3de kersenweek). De vruchten zijn donkerrood en hebben zacht vruchtvlees en een goede smaak.
  • Inspector Löhnis :
    Rijpt begin juli. De vruchten zijn donkerrood en hebben een goede smaak Wanneer het veel regent in de tijd dat de vruchten bijna rijp zijn, zullen deze gemakkelijk barsten en rotten.
  • Schneiders Späte Knorpelkirsche:
    Wordt meestal aangeboden onder de benaming 'Hedelfinger Riesenkirsche' de vruchten zijn groot, roodbruin van kleur en smaken uitstekend. Een probleem is dat de vruchten gemakkelijk barsten en rotten, zeker bij vochtige omsrtandigheden tijdens het rijpen.
  • Wijnkers :
    Ook gekend onder de namen: 'Blanser', 'Platter', 'Blinker' of 'Glimmer'. De donkergekleurde vruchten rijpen begin juli en zijn zeer sappig en erg goed van smaak; misschien een tikkeltje zuurder dan de andere zoete rassen. Met name op wat zwaardere grond voldoet dit ras erg goed.
  • Bigarreau Napoléon :
    Ook gekend als 'Napoleon', Gascogner' en 'Rouaan'. De vruchten zijn bont gekleurd, geel tot rood. Alleen als de vruchten aan de boom volledig rijp worden (5de- 6de kersenweek), is de smaak goed. Bij regen barsten de vruchten snel en zullen ze gaan rotten. Deze bomen kunnen soms veel last hebben van bacteriekanker, een ziekte waardoor de boom kan afsterven.
  • Udense Spaanse :
    Deze gele kers met weinig tot veel rood lijkt qua uiterlijk zeer goed op Napoleon. De smaak is echter aanmerkelijk minder, het is een harde iets zure vrucht. Deze vruchten zijn niet erg geschiktvoor verse consumptie maar heel goed om te verwerken tot jam.

Leuk om weten

Taxonomische indeling
Kersen
Jong Kersenboompje in bloei

Jong Kersenboompje in bloei

Taxonomische indeling
Rijk Plantae (Planten)
Stam Embryophyta (Landplanten)
Klasse Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade Angiospermae (Bedektzadigen)
Clade 'nieuwe' tweezaadlobbigen
Clade Fabiden
Orde Rosales
Familie Rosaceae (Rozenfamilie)
geslacht Prunus
Prunus avium

Voedingswaarde
per 100 gram
54   Kcal
85,9 gr. water
12   gr. koolhydraten
0,5  gr. eiwit
11,5 gr. suikers
0,1  gr. vet
1,5  gr. vezels
                     

Mineralen

10   mg. calcium, Ca
0,40 mg. ijzer, Fe
10   mg. magnesium, Mg
30   mg. fosfor, P
240  mg. kalium, K
0,10 mg. zink, Sn
0,10 mg. koper, Cu
                     

Vitaminen

0,01 mg. vit. A ()
0,02 mg. vit. B1 ()
0,02 mg. vit. B2 ()
0,03 mg. vit. B6 ()
4    mg. vit. B11 ()
5    mg. vit. C ()
                     
In andere talen
  • FRANÇAIS : Cerisier
  • DEUTSCH : Kirsche
  • ENGLISH : Cherry
  • ITALIANO : Ciliegia
  • PORTUGUÊS : Cerejeira
  • ESPAÑOL : Cerasus
  • DANSK: Kirsebær
  • POLSKI: Czereśnie
  • SVENSKA: Körsbär

Recepten

Crumble met veenbessen en kersen
Crumble met veenbessen en kersen

Ingrediënten

  • 400 gram veenbessen
  • 150 gram kersen
  • 2 eetlepels fijne kristalsuiker
  • 3 eetlepels aalbessenjam
  • 4 cl. crème de cassis
  • 50 gram bloem
  • 60 gram suiker
  • 2 eetlepels gemalen amandelen
  • 50 gram boter

Bereiding

  1. Verwarm de oven op 180°C (onder- en bovenwarmte)
  2. Was de veenbessen en de kersen. Ontpit de kersen en dep ze droog.
  3. Vermeng de veenbessen, de kersen, de aalbessenjam de cassis met twee eetlepels fijne suiker. Vul vier vuurvaste bekers of kopjes met het mengsel.
  4. Wrijf de bloem met de boter, de amandelen en de suiker fijn tot kruimels en strooi dat over de bessen.
  5. Bak ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven.
Kersen inmaken
Kersen inmaken

Ingrediënten

  • 1 kg rijpe kersen van goede kwaliteit
  • 500 gram kristalsuiker
  • een stukje van een kaneelstokje
  • 3 à 4 kruidnagels en
  • een halve liter brandewijn

Bereiding

  1. Was de kersen niet, maar veeg ze schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen de mooie, ongeschonden vruchten.
  2. Neem een weckpot van 1 liter inhoud, en stop hem, laag per laag, vol met kersen waarvan je de steeltjes hebt laten zitten.
  3. Strooi over elke laag een beetje suiker. Steek hier en daar een kruidnageltje en steek ook het kaneelstokje ergens tussen.
  4. Giet de pot nu vol met alcohol. Klem het deksel op de pot en laat de kersen tenminste twee weken op een koele, donkere plek staan.
  5. De kersen absorberen de alcohol. Je zult dus alcohol moeten bijvullen, zodat de kersen weer onderstaan. Zet de pot weg in een donkere kast en laat hem een paar maanden staan.