De peer pyrus communis is een plantengeslacht van de rozenfamilie (Rosaceae) die de bekende vruchten met dezelfde naam voortbrengt.
Dit geslacht dat ongeveer 40 soorten bevat, komt veel voor in verschillende landen van het Noordelijk halfrond.
Om er enkele te vernoemen:
De gewone peer vormt een boom, die op oudere leeftijd elk jaar bloeit en, meestal ook elk jaar vruchten draagt. Hoogstambomen bloeien op latere leeftijd dan zogenaamde spillen. Er komen echter ook beurtjaren voor. De boom bloeit afhankelijk van het ras gemiddeld van half april tot begin mei. Door de vroege bloei kan er tijdens de bloei nachtvorstschade optreden, doordat de bloemen bevriezen en dus niet kunnen uitgroeien tot vruchten. Voor een goede bestuiving is het meestal nodig meerdere rassen bij elkaar te planten. Er zijn ook rassen, zoals Conference, die parthenocarpe vruchten kunnen vormen.
Een peer groeit uit een bevruchte bloem, meestal eerst met de dikke kant naar boven, maar door het toenemende gewicht van de vrucht 'kantelt' deze geleidelijk, tot de overblijfselen van het bloemetje aan de onderkant zijn beland.
De zogenaamde herfstrassen, die alleen kort bewaard kunnen worden, kunnen afhankelijk van het ras geplukt worden vanaf eind augustus tot eind september. De bewaarrassen kunnen afhankelijk van het ras geplukt worden vanaf begin september tot half oktober. Conference is het langst bewaarbaar en kan tot eind april bewaard worden.
Peren zijn grofweg te onderscheiden in handperen en stoofperen. De handpeer heeft over het algemeen een groene kleur met soms een rode blos, een zachte schil die eenvoudig te verwijderen is, en sappig en zacht vruchtvlees. De stoofpeer is ook groen maar is droog en hard, en wordt alleen na lang koken eetbaar.
Peren groeien best op een goede, vochthoudende, zware zavelgrond. Op zware kleigrond kan de peer ook goed groeien, mits je de grond diep hebt omgespit zodat de wortels dieper in de grond kunnen dringen. Omdat lichte zandgrond vlugger uitdroogt, is de groei er minder goed. Tenzij je in droge perioden flink veel water geeft. Peren groeien graag op een beschutte, zonnige plaats. De onderlinge afstand bedraagt ongeveer 2 meter voor “spillen”. Bedek elke winter de grond rond de boom met een laag organisch materiaal (om uitdroging te voorkomen). Stalmest of compost zijn hiervoor ideaal. Door deze bodembedekking wordt de kans op nachtvorst echter wel groter.
Omdat jonge perebomen behoefte hebben aan een steuntje, slaat u beter vóór het planten, palen van 2,50 meter lang en 6 cm diameter zo'n 60 cm diep in de grond.
Plant dan de bomen aan de noord-oostzijde van de paal, zodat de overwegend zuidwesten-winden de boom van de paal afwaaien en zo doende schuurwonden voorkomt. Zorg bij het planten voor een afstand van ± 15 cm tussen paal en boom. Let er ook op bij het planten, dat de entplaats (herkenbaar aan de knobbel op de stam) minstens 15 cm boven de grond blijft.
Strooi in februari - maart 50 gram mengmeststof (12 + 10 + 18) per vierkante meter rond de plantvoet. Op zure gronden mag u er ook nog eens 50 gram kalk per vierkante meter aan toevoegen. Vind u dat de groei te traag gaat, geef dan in juni of juli nog eens 20 gram mengmeststof per vierkante meter.
Meteen na het planten moet u onvertakte bomen toppen op 80 cm boven de grond. Hebben ze wel zijtakjes, snoei dan de harttak op 20 cm boven de bovenste vertakking. Verder is het belangrijk, dat u de eerste jaren na het planten niet te veel snoeit. Knip die eerste jaren enkel de gebroken takjes weg.
De peer is een forse groeier, en veel snoeien stimuleert nog eens de groei, en dat gaat dan ten koste van de productie. De eertse jaren moet u dus de groei af remmen. Dat doet u door takken uit te buigen, zodat u eerder vruchten kunt oogsten. U kunt de steile takken van maart tot augustus uitbuigen, dan zijn ze nog soepel en laten zich gemakkelijk bewerken. In de winter zijn ze stug en is de kans op afbreken groter.
Wacht niet te lang met uitbuigen, u kunt daar het best al in de eerste zomer na het planten mee beginnen. Wanneer u later uitbuigt, zijn de takken te dik, waardoor ze zich niet meer in de goede stand laten buigen.
Maak halverwege de tak die je wilt uitbuigen een zacht touw vast met een ruime lus. Buig de tak in een horizontale stand en maak het strak getrokken touw vast aan een paal of aan een tentharing in de grond. Ongeveer een jaar na het uitbuigen kunt u het touw weghalen. De tak blijft dan in horizontale stand.
Doe dat de eertse drie-vier jaar met al de nieuw gevormde takken. Eens de boom gevormd is en vruchten draagt, is uitbuigen meestal niet meer nodig. Dan kunt u steile takken beter helemaal wegsnoeien.
Peren hebben over het algemeen een sterke "kopgroei": bovenin wordt de boom al vrij snel te vol. Snoei te zware takken in de top helemaal weg, vlak boven een zwakkere tak. Als u dat niet doet, zal de boom op den duur te weinig licht krijgen en zal de kwaliteit van de vruchten slechter worden.Eens de boom vruchten draagt, moet je ervoor zorgen dat de boom niet te vol wordt. Houd niet meer dan zes tot zeven zijtakken aan de hoofdtak en probeer aan die zijtakken korter zijhout te krijgen. Dat zijhout moet van tijd tot tijd vervangen worden, zodat het niet te oud wordt.
Peren lenen zich uitstekend voor vormsnoei. U kunt de bomen snoeien in om het even welke vorm, op voorwaarde dat u ervoor zorgt dat het hart van de boom voldoende licht krijgt.
Als u een strenge vormsnoei toepast, moet u veel snoeien. Daardoor worden de bomen vatbaarder voor ziekten. Bij toepassing van vormsnoei, kan het zijn dat de bomen een paar jaar later dan normaal vrucht dragen.
Als het tijdens de bloei gunstig weer is geweest, is de kans groot dat de boom een overvloed aan vruchten draagt. Vaak kan de boom dan niet alle vruchten van voedingsstoffen voorzien en zullen er in juni een aantal spontaan afvallen. Dit wordt de junirui of junival genoemd. Vooral de "Conférence" kan zoveel vruchten vormen dat er na juni nog teveel vruchten aan de boom hangen. De peren zullen dan klein blijven en minder zoet smaken.
Daarom moet u begin juli zelf nog wat nadunnen. Overal waar twee of meer vruchten dicht bij elkaar hangen, haalt u de slechtste weg.
Bladluizen. Aphididae tasten jonge scheuten aan, waardoor de bomen kleverig worden, en de jonge bladeren misvormd. Op de kleverige bladeren groeien roetdauwschimmels die de bladeren een zwart uiterlijk geven. Vogels. Aves pikken van de rijpende vruchten en in de winter aan de bloemknoppen. Galmijten Eriophyidae prikken bladweefsels en jonge vruchten aan en veroorzaken karakteristieke gele of roestbruine verkleuringen.
En galmuggen Cecidomyiidae doen de bladranden stijf ineenrollen. In deze opgerolde randen bevinden zich kleine, van witte tot rode, pootloze larven. De larven van zaagwespen Tenthredinidae boren gangen in de vruchtennaar het klokhuis. De aangetaste vruchten vallen voortijdig af. De uitwerpselen van de larven komen uit de boorgang naar buiten. Wantsen Capsidae zuigen in het voorjaar aan de vruchtbeginsels en de jonge bladeren. Als gevolg hiervan zullen de vruchten misvormd worden of er ontstaan gebobbelde vlekken.
Kanker Nectria galligena veroorzaakt ruwe wonden in de takken; rondom de vruchtspoortjes en op dunne zijtakken zie je bruine, gebarsten plekken. De aangetaste takken sterven af. Diverse schimmels veroorzaken vruchtrot Botrytis cinerea die de vruchten snel doet bederven, zowel aan de boom als bij opgeslagen fruit. Ze worden bruin en zijn bedekt met witte, uitstekende zwamkussentjes met sporen, die vaak in concentrische ringen op de vrucht voorkomen.
Perevuur Erwinia amylovora tast de bloemen aan, die zwart worden en ineenschrompelen; de ziekte breidt zich uit tot de jonge scheuten en takken, en doodt deze. Het afsterven gaat verder terwijl in het najaar een kanker zichtbaar wordt aan de basis van het dode hout. Bladeren en aangetaste takken worden bruin en verwelken, maar vallen niet af. Loodglans Stereum purpureum doet de bladeren klein en loodkleurig worden. Op het dode hout zie je paarse, korstvormige vruchtlichamen. En honingzwam Armillaria mellea kan tot een plotse dood van de boom leiden. Schurft Venturia pirina doet op de vruchten kleine, ronde, grijze of olijfgroene vlekken ontstaan, waardoor de groei stagneert. Deze vlekken kunnen zo talrijk zijn dat ze bijna de gehele vrucht bedekken. Deze zal waarschijnlijk barsten. Ook op de bladeren ontstaan vlekken; de bladeren kunnen voortijdig afvallen. Op de scheuten ontwikkelen zich blaarachtige kankertjes. Deze doen later de schors barsten.
Vruchten die u wilt bewaren, moeten extra voorzichtig worden geplukt. Elke zachte plek die bij het oogsten ontstaat, zal later aanleiding geven tot rotting van de vruchten. ook beschadigde vruchten kunt u niet bewaren.
Vruchten die u wilt bewaren, moeten extra voorzichtig worden geplukt. Elke zachte plek die bij het oogsten ontstaat, zal later aanleiding geven tot rotting van de vruchten. ook beschadigde vruchten kunt u niet bewaren.
Bewaar uw peren op een koele plaats, waar vogels of muizen geen toegang krijgen.
Peren kunt u eten als snack: Snijd een peer doormidden, verwijder de steel en het klokhuis en vul de twee helften met roomkaas light. Maak het geheel af met honing. Ziedaar, een prima snack voor tussendoor.
In de salade : Gebruik eens peren in plaats van appels in je Waldorfsalade. Door verse citroensap toe te voegen, voorkom je dat de vruchten bruin worden. Bovendien krijg je zo ook nog eens extra vitaminen binnen.
Of als warm dessert: Maak een siroop van één deel water en één deel suiker. Laat het mengsel zachtjes koken totdat de suiker oplost. Snijd de peer in de lengte doormidden en kook hem in de siroop totdat hij zacht wordt. Laat de vrucht daarna uitlekken en serveer hem met slagroom en geroosterde amandelen.
Sommige rassen lenen zich eveneens uitstekend om te stoven. Maak die dan ook eens klaar met lekker veel kaneel. Let er op dat je stoofperen gebruikt in plaats van handperen. Laat ze minstens drie uur stoven.
Naast het feit dat peren heerlijk van smaak zijn, bevat de vrucht ook nog eens weinig calorieën. Eet de vrucht met schil en al, want juist daar zitten veel vezels in. Daarnaast bevat de schil vitamine C. Overigens gaan deze vitamines, net als bij de meeste vruchten, grotendeels verloren tijdens het koken (verwarmen). Peren zijn effectiever als u ze vóór de maaltijd eet.
Peren zouden eveneens helpen om een te hoge bloeddruk te verlagen. Ze voorkomen nierstenen en helpen alle nierfuncties te verbeteren. Ze verminderen ook de kans op artritis, jicht en reuma.
Peren zijn behulpzaam om indigestie te verminderen, constipatie te voorkomen, maar verbeteren tevens uw concentratie vermogen en kalmeren de zenuwen. Zwangere vrouwen hebben ook baat bij het eten van peren.
Peren | |
---|---|
prachtige perenboomgaard |
|
Taxonomische indeling | |
Rijk | Plantae (Planten) |
Stam | Embryophyta (Landplanten) |
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Angiospermae (Bedektzadigen) |
Clade | 'nieuwe' tweezaadlobbigen |
Clade | Fabiden |
Orde | Rosales |
Familie | Rosaceae (Rozenfamlie) |
geslacht | Pyrus (Peer) |
|
54 Kcal 84,4 gr. water 11 gr. koolhydraten 0,5 gr. eiwit 10,5 gr. suikers 0,3 gr. vet 2,8 gr. vezels
Mineralen
7 mg. calcium, Ca 0,4 mg. ijzer, Fe 5 mg. magnesium, Mg 8 mg. fosfor, P 65 mg. kalium, K 6 mg. natrium, Na 0,07 mg. zink, Sn 0,04 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,01 mg. vit. B1 (Thiamine) 0,02 mg. vit. B2 (Riboflavine) 0,01 mg. vit. B6 (Pyrixodine) 1 µg. vit. B11 (foliumzuur) 3 mg. vit. C (ascorbinezuur)
Ingrediënten
Bereiding
Ingrediënten
Bereiding