De erwt Pisum sativum is een plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). Het zijn eenjarige klimmende planten afkomstig uit Europa en Azië, die geteeld worden om de eetbare zaden en peulen.
Bij erwten onderscheidt men 3 hoofdgroepen, namelijk laagstammige of struikerwten die tot 60 cm hoog groeien en meestal geteeld worden door beroepstelers. De halfhoge rijserwten , die tussen 60 en 120 cm hoog worden, en dan de hoge rassen, die gemakkelijk 2 meter hoog opgroeien.
Die laatste twee soorten worden over het algemeen graag geteld door de amateur tuinder. Zij geven een behoorlijke opbrengst in verhouding tot de nodige oppervlakte. Maar daar tegenover staat, dat ze wel enige zorg nodig hebben zoals het goed ondersteunen met rijshout, vogeldraad of iets dergelijks.
Peulerwten, sluimererwt of schelperwt of hoe je ze ook wil noemen, zijn een aparte soort erwten waarvan je zowel de erwt als de peul opeet. Deze soort wordt heel jong geoogst. Als je ze te ver laat uitrijpen kunnen ze wel nog als doperwt worden gegeten.
Om nog een variatie toe te voegen, kunnen erwten ook worden ingedeeld in gladde of rimpelzadig. Gladde erwten bevatten relatief meer zetmeel en minder suiker en hebben de typische erwtensmaak. Ze zijn zeer goed geschikt voor vroege teelt. De rimpelzadige erwten daarentegen zijn zoeter, hebben minder het aroma van erwten, kunnen beter bewaard worden in de diepvries en zijn meer geschikt voor late teelt.
Erwten verlangen een rijke, diep omgespitte en goed gedraineerde grond, met een pH van 5,5 tot 7. Hark een week voor het zaaien 60-70 gram per m2 korrelmest door de grond. Maak dan zaaigeulen van 10-15 cm breed en 7,50 cm diep.
Voor stamrassen op 50 - 65 cm uiteen en voor rijs erwten op 1,15 m. Leg daarin om de 5 cm een zaadje en dek af. Naar gelang de zaailingen groeien de geulen dicht harken. Zorgvuldig onkruidvrij houden en in droge perioden voldoende water geven.
Als je moet ondersteunen met rijshout, plaats dat dan aan de buitenzijde van de rijen en laat het lichtjes naar buiten hellen, zodat er voldoende circulatie aan het gewas kan.
Oogst regelmatig eens de peulen gevuld zijn; en oogst peulerwten zodra de erwten zich beginnen te vormen.
Zaai erwten in de buurt van andere peulgewassen zoals bonen, ook aardappelen, suikermaïs en alle wortelgewassen zijn goed gezelschap.
Erwten hebben veel belagers, zoals: bladluizen Aphididae, duizendpoten, muizen, erwtenkever, bladrandkever,erwtenpeulboorder Laspeyresia nigricans en tripsen Thysanoptera.
Maar ook vogels Aves doen zich graag te goed aan de erwten, zelfs al de zaden die je pas gezaaid hebt durven ze uit de grond halen. Zorg dus dat ze goed afgedekt zijn of plaats een vogelnet over uw zaaibed
Ze zijn eveneens vatbaar voor valse meeldauw Peronosporaceae, fusarium-verwelkingsziekte, wortelrot, grauwe schimmel, Botrytis cinerea meeldauw Oidium en diverse virusziekten
Bij aantasting door Amerikaanse vaatziekte Fusarium oxysporum forma pisi ras sterft de plant af. Op besmette grond kunnen nog wel resistente rassen worden geteeld. Een belangrijke virusziekte is topvergeling. Deze ziekte wordt door bladluizen overgebracht van luzerne op erwten en tuinbonen. Topvergeling komt in Nederland het meeste voor in het zuiden en zuidwesten en in Flevoland. Ook voor deze ziekte zijn er resistente rassen.
Bij peulerwten zijn er rassen die vrijwel of helemaal geen vlies in hun peulen ontwikkelen. Deze peulen kunnen zonder meer gegeten worden. Sommige oude rassen ontwikkelen wel een vlies. Bij deze peulen zitten er langs de randen draden. Deze moeten goed verwijderd worden, samen met de beide punten van de peul.
Peultjes kunnen gewoon gekookt worden in water, maar zijn dan weinig smaakvol.
Beter is het de peultjes na het schoonmaken te stoven in weinig water, waaraan een klont boter (of margarine), wat peper, zout en een theelepel suiker per 100 gram peultjes is toegevoegd.
De peulen zijn na circa 30 minuten stoven op laag vuur op hun best, hoewel sommigen wellicht van een knapperiger peultje houden.
Van doperwten moet je de erwten uit de peulen halen en dan koken. Erwten in de peul zijn ongeveer 4 dagen houdbaar in de koelkast, de gedopte erwten slechts één dag.
Erwten zijn een uitstekend preventief middel tegen maagkanker. In erwtjes zitten veel fytonutriënten met geneeskrachtige eigenschappen.
In erwten vind je vitamine C, ijzer, koolhydraten, vezels en eiwit.
Ze reguleren de bloedsuikerspiegel en voorkomen blindedarmontstekingen, maar zouden de vruchtbaarheid verminderen.
Strolengte Er zijn erwten met langstro (rijs- of klimerwten) en met kortstro. Erwten met langstro moeten aan gaas of rijshout geteeld worden. Blauwschokkers, maar ook doperwten met langstro zijn daar voorbeelden van. De kreukerwt Kelvedon Wonder heeft halflangstro.
Bladvorm Er zijn rassen waarbij alle of een gedeelte van de bladeren omgevormd zijn tot ranken. Dit zijn de zogenaamde bladloze of semi-bladloze rassen. Doordat deze rassen een opener gewas geven treden er minder ziekten op.
Zaadvorm Bij doperwten komen twee zaadtypen voor. Een type met in rijpe toestand ronde, gladde zaden en een type met gekreukte zaden. Dit komt door de verschillen in zetmeelsamenstelling. In gekreuktzadige erwten komt amylopectine en amylose voor en in de rondzadige alleen amylose. Hierdoor zijn de gekreuktzadige erwten smakelijker en zoeter. De gladde, rondzadige erwten zijn in op het moment van oogsten lichtgroen van kleur. Bij de kreukzadige erwten zijn er rassen met lichtgroene en rassen met donkergroene zaden. In Engeland en Zweden wordt de voorkeur gegeven aan de donkergroene kreukerwten. Hetzelfde geldt voor linzen. De kleine rode linzen kun je in zo'n 10 minuten gaarkoken, maar de groene, grotere linzen hebben veel langer nodig.
De doperwt, kreukerwt, blauwschokker, grauwe erwt of kapucijner, ronde groene erwt, (landbouwerwt), gele erwt, schokkers, rozijnerwt en suikererwt (sugar snaps) behoren allemaal tot de soort erwt. De gele erwt wordt voor de veevoederindustrie geteeld. De spliterwt is afkomstig van de gedroogde landbouwerwt, waarbij de zaadhuid verwijderd wordt, waardoor de erwt in twee helften uiteenvalt. Het voordeel ervan is, dat er geen zaadhuiden zijn en daarom wordt hij dan ook veelvuldig gebruikt voor erwtensoep. De gedroogde erwt moet eerst een etmaal geweekt worden.
was de peulen voor het doppen en trek van de doppen een geurige bouillon.
Erwten | |
---|---|
Erwten in volle groei |
|
Taxonomische indeling | |
Rijk | Plantae (Planten) |
Stam | Embryophyta (Landplanten) |
Klasse | Spermatopsida (Zaadplanten) |
Clade | Angiospermae (Bedektzadigen) |
Clade | 'nieuwe' tweezaadlobbigen |
Clade | Fabiden |
Orde | Fabales |
Familie | Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) |
Geslacht | Pisum (Erwt) |
|
81 Kcal 78,86 gr. water 14,45 gr. koolhydraten 5,42 gr. eiwit 5,67 gr. suikers 0,40 gr. vet 5,10 gr. vezels
Mineralen
25 mg. calcium, Ca 1,47 mg. ijzer, Fe 33 mg. magnesium, Mg 108 mg. fosfor, P 244 mg. kalium, K 5 mg. natrium, Na 1,24 mg. zink, Sn 0,17 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,26 mg. vit. B1 (Thiamine) 0,13 mg. vit. B2 (Riboflavine) 0,17 mg. vit. B6 (Pyrixodine) 65 µg. vit. B11 (Foliumzuur) 40,0 mg. vit. C (Ascorbinezuur)per 100 gram Peulerwten
42 Kcal 88,89 gr. water 7,55 gr. koolhydraten 2,8 gr. eiwit 4,0 gr. suikers 0,20 gr. vet 2,60 gr. vezelspre
Mineralen
43 mg. calcium, Ca 2,08 mg. ijzer, Fe 0,24 mg. magnesium, Mg 53 mg. fosfor, P 200 mg. kalium, K 4 mg. natrium, Na 0,27 mg. zink, Sn 0,05 mg. koper, Cu
Vitaminen
0,03 mg. vit. A (Retinol) 0,15 mg. vit. B1 (Thiamine) 0,08 mg. vit. B2 (Riboflavine) 0,16 mg. vit. B6 (Pyrixodine) 42 µg. vit. B11 (Foliumzuur) 60,0 mg. vit. C (Ascorbinezuur)
Peulerwt
Doperwt
Ingrediënten
Bereiding
Ingrediënten 4 pers.
Bereidingswijze