Druiven

Vitis vinifera

Druiven, Vitis vinifera soms ook wijnstok genoemd uit de familie van de wijnstokfamilie (vitaceae) is heel waarschijnlijk afkomstig van Klein-Azië rond de Kaspische zee.

De Romeinen brachten hem mee naar Noordwest- Europa waar hij meestal in kloostertuinen werd geteeld.

De druif is een winterharde, bladverliezende klimplant, die geteeld wordt voor zijn eetbare vruchten. De groene, esdoornvormige bladeren zijn handvormig gedeeld en drie- of vijflobbig. De geelgroene bloemen bloeien in hangende pluimen en komen onder glas reeds in maart of april te voorschijn. Daaruit groeien de trossen met ronde of eivormige bessen die bij het rijpen een goudgroene of rood-paarse kleur krijgen.

Druiven zijn winterhard, maar hebben toch een lange warme zomer nodig om af te rijpen. In België of Nederland teel je ze best in de serre of op een zonnige plaats tegen een muur gericht op het zuiden. De wijnstok is zelfbevruchtend, maar kruisbestuiving is toch gewenst, ook onder glas is kruisbestuiving aan te bevelen.

Er zijn drie groepen druiven. De meeste tafel- en wijndruiven horen tot de Europese druiven. De Amerikaanse druiven worden vaak als onderstam gebruikt. En tenslotte is er ook een groep van enkele Aziatische tafeldruiven. Verder maakt men ook nog onderscheid tussen tafeldruiven en wijndruiven. Voor tafeldruiven kies je rassen die vooral grote en sappige bessen voortbrengen. Voor een wijndruif streef je eerder naar variëteiten met een ideaal evenwicht tussen het suikergehalte en de zuurheidsgraad. Ook in teeltwijze pak je de zaken anders aan. Tafeldruiven groeien vooral aan blijvende gesteltakken, wijndruiven komen aan jong hout en krijgen elk jaar een vervangingssnoei. De wijnstokken gaan daardoor veel langer mee. Wijndruiven teel je uitsluitend buiten en dus niet in kas, tafeldruiven kun je binnen en buiten telen.

Tenzij je over een serre beschikt, plant u de tafeldruif het beste op een beschutte plaats tegen een zuidelijke muur.

Druiven houden van een goed verluchte bodem die in het voorjaar vlug opwarmt. De grond moet overtollig water goed doorlaten, maar ook genoeg vocht vasthouden. De vereiste zuurgraad of pH is afhankelijk van de grondsoort en de volgende pH-waarden mag je als norm beschouwen:

  • Zand = 5,5
  • Zandleem = 6,0
  • Leem = 6,5
  • Klei = 7,0.

Druiven kun je enten op een onderstam, maar een betere en eenvoudiger manier om te vermeerderen is het stekken. Dat kan op drie manieren: gewone stek of houtstek en de eenoogstek.

Maak voor het planten de grond zeer diep los en verwijder alle storende lagen en werk er een flinke dosis compost of goed verteerde stalmest onder. Zware grond verlicht je door in het plantgat vulkanische lavakorrels of potgrond in te werken. Kies eenjarige planten en maak het plantgat groot genoeg zodat de wortels er volledig in kunnen. Als je planten in de grond stopt, maak dan altijd de gedraaide wortels (heb je dikwijls bij containerplanten) los.

Zorg steeds voor een goede luchtcirculatie in de planten, een te hoge luchtvochtigheid bevordert namelijk de groei van schimmels. Daarom: Verwijder op tijd de dieven; knijp de vruchtscheuten in en krent de trossen voldoende. Op die manier kunnen de bladeren vlugger opdrogen na een regenbui en maak je minder kans op een schimmelaantasting. Dit is ook belangrijk als je uw druiven in een kas teelt samen met nog andere groenten die je geregeld moet begieten.

Druiven in een kas hebben het hele jaar door water nodig, buiten is dat niet nodig tenzij tijdens een langdurende droge periode. Hou per vruchttak slechts één tot maximum twee trossen over, kies er de mooiste uit en snij alle andere weg. Druiven moeten ook "gekrent" worden om de groei van de bessen te bevorderen zonder dat ze elkaar plat drukken.

Hoe doe je dat?

  • Vooraleer je met het krenten begint, verwijder je eerst met een borsteltje de verdroogde bloemrestjes die aan de druifjes kleven.
  • Knip te kleine vruchtjes en vruchtjes die naar binnen gericht zijn weg.
  • Verwijder de vleugels van de tros. Dat zijn de uiteinden van de bovenste vertakkingen. Tegelijk knip je de staart van de tros in.
  • Let erop dat je ook de steeltjes van de gekrente druiven helemaal wegneemt. Ze kunnen de andere druiven beschadigen. Veel liefhebbers korrelen de trossen van kasdruiven onvoldoende uit. Bij buitendruiven is dat niet zo erg omdat die vanzelf minder groot worden en de trossen dikwijls niet vol hangen. Let er vooral op dat je de vruchten niet met je haar aanraakt, want dan gaat de schil verkurken. Vroeger droegen de vrouwen bij het krenten een hoofddoek. Je raakt de trossen ook beter niet met je handen aan.

In de serre kan de zoutconcentratie na verloop van jaren flink oplopen. Dat kan je voorkomen door elk jaar in de winter een paar keer flink te begieten.

Bescherm vorstgevoelige rassen in de winter tegen de koude.

Druiven zijn lekker, maar je hebt er wel zomer en winter een beetje snoeiwerk aan.

Wintersnoei :

In de kas kan je de wintersnoei doen in januari. Buiten wacht je beter tot februari of maart. Je mag namelijk nooit bevroren takken snoeien. Maar wacht toch niet langer dan maart, anders loop je het risico dat het plantensap langs de snoeiwonden naar buiten vloeit waardoor de druivelaar sterk verzwakt.

Eens dat de gesteltakken gevormd zijn, heb je in de winter alleen nog maar de vruchttakken te snoeien. Kort de vruchttakken in tot op twee ogen er zorg voor dragend, dat er boven het tweede oog nog een stompje van ±5 mm blijft staan. Zo voorkom je dat het bovenste oog indroogt en bescherm je het egen schimmelaantasting. De stompjes van het jaar voordien snoei je weg.

Zomersnoei :

Omdat elke vruchttak op twee ogen gesnoeid is, groeien er normaal gezien twee scheuten uit. Zodra deze scheuten in de zomer ongeveer 10 tot 20 cm lang zijn, knip je de zwakste weg. Indien mogelijk hou je de scheut die het dichtst tegen de gesteltak staat over. Maak de scheut vast aan de horizontale draden. Bij het horizontale snoer maak je de scheuten verticaal vast. Bij een verticaal snoer doe je dat horizontaal.

Verder moet je tijdens de zomer de hechtranken volledig weg knippen en de dieven verwijderen. Dat laatste moet u om de twee weken doen. Want die blijven er aankomen en ze benadelen de plant. Om te beginnen verbruiken ze veel voedsel en ze verhinderen de instroom van licht en lucht in de struik. Tengevolge daarvan loopt je druivelaar ook meer kans op plagen en ziekten. Als je niet zou "luizen" verloopt de vruchtzetting en kleuring van de vruchten moeizamer. Redenen genoeg dus om dit werkje secuur uit te voeren.

Knijp een week of twee voor de oogst, ook de vruchtscheuten in tot op 6 of 7 bladeren boven de tros. Ook het wegnemen van een paar bladeren in de buurt van de trossen bevordert de groei van gezonde en mooiere druiven.

Naast vogels die verzot zijn op de rijpe bessen, zijn er nog een paar ongemakken.

  • Echte meeldauw of witziekte Oidium
    Bovenop de aangetaste bladeren zie je een wit, poedervormig schimmellaagje. Later verdrogen de bladeren en ze vallen te vroeg af. De schimmel komt ook op de druiven voor. De schil verhardt en barst zodra de druif dikker wordt. Deze ziekte treedt zowel in kassen als buiten op.
  • Valse meeldauw Peronospora viticola
    Bij valse meeldauw zie je bovenop de zieke bladeren gele vlekjes die later bruin verkleuren. Onderaan merk je een wit schimmelpluis op. De bladeren die onder deze ziekte lijden, vallen uiteindelijk af. Als de schimmel ook de druiven aantast, worden die blauw en ze verschrompelen. Valse meeldauw komt niet makkelijk voor in de kas. In openlucht krijg je er sneller mee te maken.
  • Grauwe schimmel of vruchtrot Botrytis cinerea
    Op bladeren, stengels, knoppen en bloesems ontstaan grauwe, bruine vlekken. Vruchtrot komt evenveel voor bij druiven die buiten geteeld worden als bij kasdruiven. De ziekte brengt maar weinig schade toe. De aangetaste druiven rotten en de grauwe schimmel komt ook hier te voorschijn. Laat je de rotte druiven hangen, dan sijpelt er na een poosje een bruin sap uit. Dat zal ook de gezonde druiven aantasten. Bij druiven in openlucht komt besmetting van de vruchten zelf eerder zelden voor.
  • Trosrups Lobesia botrana
    De trosrups legt eitjes op de bessensteeltjes en de bloemknoppen. Na 10 dagen kruipen er rupsjes uit die aan de bloemen of druifjes beginnen te eten. Ze spinnen bloemen of besjes ook aaneen, daaraan herken je ze vaak. Als je ze stoort, laten de rupsjes zich vallen. Na 25 dagen verandert de rups in een pop. Nog een week later verschijnt de vlinder. De tien dagen die de wijfjesvlinder leeft, legt ze 80 tot 100 eitjes. De vlinders vliegen vooral tijdens de avondschemering. Trosrupsen zijn heel goed bestand tegen de winter. Ze verstoppen zich als pop onder de schors of in de reten van de kas. Ze houden zich ook graag op in de wilde wingerd, klimop, kornoelje en liguster. Je bestrijdt ze met Bacillus thuringiensis.
  • Rode spin of spintmijt Tetranychus althaceae
    De spintmijt is amper 0,5 mm groot. Je vindt ze op de bladeren van de druivelaar. Daarop verschijnen lichtgele, doorzichtige vlekjes die later rood tot bruin verkleuren. Het blad verdroogt en valt af. Het grootste deel van de nerven blijft groen. Aan de onderkant van het blad zie je met een loep de rode mijten duidelijk zitten. Bij de druiven in open lucht heb je er zelden problemen mee.
  • Lamsteligheid
    Bij lamsteligheid krijgen de druivensteeltjes een bruine kleur. Ze verdrogen en de druiven zelf blijven zuur. De oorzaak is altijd een gebrekkige watervoorziening. Dat kan te wijten zijn aan te veel bladeren, aangetaste wortels of gewoon te weinig vocht in de bodem. Ook een te hoge zoutconcentratie of een onevenwichtige voeding is nadelig.
  • Gebarsten vruchten
    Als de vruchten op korte tijd veel water opnemen, kan de vruchtwand niet snel genoeg meegroeien. De vruchten gaan dan barsten.
  • Zonnebrand
    Sterk en direct zonlicht geeft bruine ingezonken plekken op de druiven. Witte rassen zijn hier gevoeliger voor dan de andere. Het probleem doet zich vooral voor onder glas.
  • Wespen Vespida
    Sommige rassen bevatten veel suiker. Dat trekt wespen aan die aan de druiven gaan vreten. Eerst bijten ze de schil stuk, dan voeden ze zich met het vruchtvlees. Dikwijls komen er dan ook nog bijen op je druiven af. In de kas heb je hier weinig last van.
  • Bladluis Aphididae
    Met bladluis krijg je in de druiventeelt zelden problemen. Zeker in de kas heb je er nauwelijks last van. De luizen zuigen het sap uit de plant en scheiden het teveel aan suiker af in de vorm van honingdauw. Op deze kleverige stof zie je soms een zwarte roetdauwschimmel.
  • Schildluis Coccoidea
    Ook schildluizen komen maar zelden op druivelaars voor. De kans dat je ze aantreft is groter bij kasteelt. De luis merk je op als een bruin, onbeweeglijk schildje of dopje op het hout. Ze beschadigt je plant op dezelfde manier als de bladluis.
  • Druivengalmijt of pokziekte Eriophyidae
    Druivengalmijt is een klein spinnetje dat groene pokken op de bladeren achterlaat. Aan de onderkant van het blad zie je witviltige draadjes. Daarin verschuilen de mijten zich.
  • Slechte kleuring
    De oorzaak is een slechte onderstam. Of je hebt te weinig trossen gedund.
  • Lapsnuitkever of taxuskever Otiorhynchus sulcatus
    De volwassen kever vreet ronde stukken uit de bladeren. Zijn larven tasten de wortels aan. Daarmee maken ze de weg vrij voor schimmels, In open lucht komt de kever zelden voor.
  • Dode-armziekte
    Ingezonken donkerbruine tot zwarte vlekjes met een gele rand op de bladeren wijzen op de schimmel Phomopsis viticola. De scheuten waarop je zwarte vlekjes en barstjes ziet, blijven achter in groei en sterven uiteindelijk af. Als je het afgestorven hout doorsnijdt, zie je vaak bruine vlekken op het snoeivlak.

Zelf geteelde druiven, waarvan je dus met zekerheid weet dat ze niet bespoten zijn met een of ander product, kun je zo eten. In andere gevallen, dus als je wel gespoten hebt of je haalt uw druiven in de winkel, moet je ze steeds wassen onder stromend water. Was alleen deze die je onmiddelijk gaat opeten.

Een donslaagje is een typisch verschijnsel op Belgische druiven, het is een teken dat deze druiven niet bespoten zijn. Deze moet je dus ook niet wassen.

Druiven worden natuurlijk ook veel gebruikt om tot wijn te verwerken. Wereldwijd worden duizenden hectaren aangelegd als wijngaard. Maar ook thuis kan je van uw druiven wijn maken.

Eet ze zo uit het vuistje, voor of na de maaltijd, of als tussendoortje tijdens de dag.

Zij passen uitstekend bij kaas, witloof, walnoten, ham, vis, geroosterd gevogelte en wit vlees. Bij pannenkoeken, wafels, cakes of taarten. Of in fruitsalades. Of een kipsalade met walnoten, selderij, groene uien en basilicum. Serveren met mayonaise.

Je kan ze snel fruiten met knoflook en serveren als voorgerecht of als bijgerecht bij een vleesgerecht. Je kunt er een koude soep van maken door ze te pureren met ananas en vijgen en, indien gewenst, een aantal pruimen op alcohol.

Of maak een salsa, met groene uien, knoflook, jalapeno, koriander en limoensap. Voeg, indien gewenst, tomatillos. Maal de ingredienten grof in een blender. Laat 1 uur rusten voor het opdienen.

In een vulling voor gevogelte met gekookte wilde rijst, appels, groene ui en salie.

Kwartel met druiven is een echte klassieker. Snijd de vrucht doormidden en voeg ze toe aan de kip na het bruinen in boter of olie.

Druiven met groenten : Sauteer ui, knoflook, groene,gele en rode paprika's, Chinese kool of gewone kool, shiitake, gember en kerriepoeder. Doe er dan kippenbouillon of water bij , en groene druiven. Opwarmen en serveren met een kom bruine rijst.

Wijnbladeren zijn een belangrijk ingrediënt van de Griekse en Turkse keuken, ze worden gebruikt om verschillende voedingsmiddelen in te verpakken, waardoor ze tijdens het koken een lekkere pittige smaak krijgen.

Wijnazijn Wordt gebruikt in salade dressings, om vlees te marineren of pannen te blussen. Witte wijn, rode wijn, champagne, sherry, etc.. kan dienen om een verfijnde azijn te bereiden, vaak gearomatiseerd met vruchten of kruiden. Ze laten toe om je gerechten waaraan ze worden toegevoegd oneindig te variëren.

Druivenpitolie bevat weinig verzadigd vet en is rijk aan onverzadigde vetten, druivenpitolie kan kan worden gebruikt om te koken, om vlees in te macereren of in salades. Dankzij zijn hoge smeltpunt wordt het op grote schaal gebruikt om te grillen en bij fondue.

De schil van de druif zit vol antioxidantia, stoffen die de veroudering van je lichaam tegengaan en in het bijzonder je hart- en bloedvaten beschermen. Hierbij komt nog dat blauwe druiven ook nog een phytochemical bevat die de verkalking en de verstoppingen van de aderen tegen gaat.

Ze leveren ongeveer 700 kcal. per kilo, in hoofdzaak in de vorm van suikers. Druiven bevatten ook interessante minerale zouten zoals kalium, fosfor, silicium, calcium en ijzer, en verder ook de vitamines A en C en vitamines van de B-groep. Verder zijn ze rijk aan tannines, flavonoïden die een sterke antioxidatieve werking hebben, en polyfenolen die hart en bloedvaten beschermen.

Last van constipatie? Een klein trosje rijpe druiven in de late middag en na de hoofdmaaltijd helpt je van je probleem af. De cellulosevezels in de schil hebben immers een regulerende invloed op je darmwerking. Je huid en je haren zullen blij zijn met de extra aanbreng van fosfor en silicium, elementen die trouwens ook je zenuwstelsel voeden.

Een druivenkuur een zuiveringskuur waarbij je twee tot drie dagen alleen maar druiven eet, tot een hoeveelheid van 1 à 2 kilo per dag. Daarbij moet je wel heel veel water drinken, liefst buiten je druivenmaal om.
Het nut? Een druivenkuur helpt om de opgestapelde afvalstoffen in je lichaam vrij te maken en af te voeren. Het licht laxerend effect zorgt voor een schoonmaak van je darmen en ook je galblaas wordt gezuiverd.
Let wel: een druivenkuur mag je maximaal één keer per maand doen, en nooit langer dan drie dagen na elkaar. Verdeel de hoeveelheid druiven gelijkmatig over de dag, en wissel af in soort. Zorg wel dat je alleen goed rijpe exemplaren eet.

Is je spijsverteringsstelsel nogal gevoelig? Dan kan je best beginnen met de druiven leeg te zuigen en de schil en de pitjes weg te gooien. Wie zelden of nooit last heeft van zijn darmen, kan daarentegen van bij het begin de druiven in hun geheel opeten.
Zoals bij elke zuiveringskuur kan je de tweede dag last krijgen van hoofdpijn of misselijkheid: dat heeft alles te maken met de grote schoonmaak die in je lichaaam aan de gang is en waarbij toxines vrijkomen.

DISCLAIM

Als je druiven wilt eten, maar gevoelige darmen hebt, dan kun je het beste de schil en de pitten verwijderen.

Leuk om weten

Schil van blauwe druiven kan groei darmtumoren halveren

Resveratrol, een stof in de schil van blauwe druiven, halveert de tumorgroei in de darmen. Opvallend was dat een halve milligram effectiever was dan een gram. Dat bleek uit onderzoek met muizen. "Iedereen denkt altijd dat meer beter is, maar in dit geval is een lage dosis effectiever", concludeert professor Karen Brown van Leicester University, die tegelijk ook waarschuwt voor euforie: "Er zijn ook al veel teleurstellende experimenten geweest." Het is dan ook afwachten of de resultaten overeind blijven bij een onderzoek bij mensen.

Vermeerderen

Gewone stek :

Een gewone stek heeft drie tot vier ogen. Je kiest daarvoor uit het middelste stuk van een gezonde eenjarige scheut drie of vier opeenvolgende ogen. Die scheut heb je bij de wintersnoei geknipt. Snij de scheut schuin door, ongeveer 1 cm onder het onderste oog. Ongeveer 1 cm boven het bovenste oog snij je de scheut recht af. Kuil deze stek in om hem te beschermen tegen uitdroging. Je kunt de stekken ook in containers planten en op een koele plaats, beschut tegen de wind, bewaren. In het voorjaar plant je de stekken uit in de tuin.

Eenoogstek :

Deze stek is 4 tot 5 cm lang en heeft maar één oog, ongeveer in het midden van de stek. Zoals bij de gewone stek snij je ook de eenoogstek onderaan schuin en de bovenkant recht af. Na het snijden pot je de stek onmiddellijk in tot aan het oog in een mengsel van 2/3 zand en 1/3 bladgrond. De potten bewaar je bij een temperatuur van 20° C. Zodra uit het oog een wat sterker scheutje is gegroeid, kan de temperatuur iets zakken. Als de wortels stevig doorgroeien, zul je af en toe moeten verpotten. Stekken neem je best kort na de wintersnoei van december tot januari.

Enten :

In het buitenland ent men druivelaars doorgaans op een Amerikaanse onderstam. Die is namelijk bestand tegen de druifluis. Bij ons komt die luis nog niet voor. Daarom staan hier veel druivelaars op eigen voet. Toch stappen professionele telers de laatste jaren ook over op geënte exemplaren. Ze doen dat omdat de onderstam de groeikracht, de opbrengst en het oogsttijdstip kan beïnvloeden.

Weetje
  • In de christelijke iconografie is een tros druiven het symbool van het Laatste Avondmaal en daarmee van het bloed van Jezus Christus.
  • Ook is een tros druiven het attribuut van Vincentius van Zaragoza, beschermheilige van de wijnbouwers.
  • De druivenpitten worden verwerkt tot druivenpitolie. Bij binnenshuis fonduen wordt deze olie veel gebruikt vanwege het hoge rookpunt, dus weinig oliewalm.
  • Druiven kunt u gewikkeld in geperforeerd papier ongeveer 5 dagen bewaren in de koelkast.
  • Als u druiven wenst te schillen, dompel ze dan enkele seconden in kokend water, en laat ze dan schrikken onder lopend water uit de kraan. Dan kunt u de schil gemakkelijk verwijderen met een scherpe mespunt.
Meest geteelde rassen
  • Boskoops Glory
    Dit is een uitermate geschikte druif voor België en Nederland, in warmere landen krijgt de Boskoops Glory een neutraal zoete smaak en een lichte vossensmaak, die veel mensen niet prettig vinden. In klimaat gebieden zoals Nederland en Belgie krijgt deze plant een vroege rijping en een milde druivenaroma, en smaken ze heerlijk.
  • Leopold III
    Een Belgische soort, die alleen onder glas gekweekt kan worden en een matige groei vertoond. ze beschikt wel over een goede weerstand tegen ziekten.
  • Frankenthaler
    Is een oud ras uit Zuid-Tirol in het noorden van Italië. Dit soort moet in een kas of serre gekweekt worden. Ze heeft een krachtige groei en mooie vruchten, maar is vatbaar voor meeldauw en botrytis.
  • Vroege van der laan
    Bijzonder geschikt voor teelt in de buitenlucht. Hij wordt gerekend als een van beste witte druiven die in ons klimaat vertoeven.
  • Colman
    Een sterk groeiend ras met typishe ronde bladeren die behaard zijn aan de onderkant. Deze soort moet evenwel in de serre geteeld worden.
  • Osella
    Een blauwe tafeldruif met grote losse trossen. Rijpt in de late zomer (oktober) en is geschikt voor elke normale tuingrond.

Leuk om weten

Taxonomische indeling
Druiven
Een mooie tros muscat druiven

Een mooie tros muscat druiven

Taxonomische indeling
Rijk Plantae (Planten)
Stam Embryophyta (Landplanten)
Klasse Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade Angiospermae (Bedektzadigen)
Clade 'nieuwe' tweezaadlobbigen
Clade Rosiden
Orde Vitalis
Familie Vitaceae (Wijnstokfamilie)
Geslacht Vitis
Vitis vinifera

Voedingswaarde
per 100 gram Witte druiven
57   Kcal
84,5 gr. water
13,5 gr. koolhydraten
0,50 gr. eiwit
13,3 gr. suikers
0,50 gr. vezels
                     

Mineralen

10   mg. calcium, Ca
0,5  mg. ijzer, Fe
5    mg. magnesium, Mg
16   mg. fosfor, P
180  mg. kalium, K
1    mg. natrium, Na
0,10 mg. zink, Sn
0,10 mg. koper, Cu
                     

Vitaminen

0,01 mg. vit. A (Retinol)
0,04 mg. vit. B1 (Thiamine)
0,02 mg. vit. B2 (Riboflavine)
0,10 mg. vit. B6 (Pyrixodine)
1    µg. vit. B11 (Foliumzuur)
2    mg. vit. C (Ascorbine)
                     
per 100 gram Blauwe druiven
53   Kcal
85,2 gr. water
11,5 gr. koolhydraten
0,90 gr. eiwit
11   gr. suikers
0,10 gr. vet
1,30 gr. vezelsl
                     

Mineralen

20   mg. calcium, Ca
0,4  mg. ijzer, Fe
12   mg. magnesium, Mg
15   mg. fosfor, P
190  mg. kalium, K
0,0  mg. natrium, Na
0,08 mg. zink, Sn
0,10 mg. koper, Cu
                     

Vitaminen

0,01 mg vit. A (Retinol)
0,03 mg. vit. B1 (Thiamine)
0,02 mg. vit. B2 (Riboflavine)
0,10 mg. vit. B6 (Pyrixodine)
1    µg. vit. B11 (Foliumzuur)
2,50 mg. vit. C (Ascorbine)
                     
In andere talen
FRANÇAIS : Raisin
DEUTSCH : Weinbeere
ENGLISH : Grape
ITALIANO : vite
PORTUGUÊS : Uva
ESPAÑOL : Uva
DANSK: Vinstok
POLSKI: Winogrono
NORSK: Drue
SVENSKA: Druva
                     
Druivenpitolie

Uit de pitten van de druiven wordt olie geperst die daarna wordt gefilterd of geraffineerd om alle verontreinigingen te verwijderen.

Druivenpitolie bevat zeer veel onverzadigde vetzuren waardoor het vaak gebruikt wordt voor de huid. De olie bevat eveneens een hoog gehalte aan pycnogenol, een stof die beschermt tegen vrije radicalen en tere haarvaatjes versterkt.

Druivenpitolie gebruikt men meestal puur of in mengsels bij o.a.: eczeem, psoriasis, geïrriteerde huid, allergische huidreacties, couperose, neurodermatitis, luieruitslag, verzorging van de vette, akne huid, onreine huid, gemengde huid
Het is een uitstekend alternatief voor mensen die allergisch zijn voor Noten- of Amandelolie.

Druivenpitolie kan je ook aan een warm bad toevoegen a rato van één eetlepel per bad. Flink roeren om de olie op te lossen in het water

Recepten

Druivenconfituur
Druivenconfituur

Ingrediënten

  • 1 kg groene druiven
  • 500 gram fijne suiker
  • sap van 1 citroen
  • 2 takjes verse munt
  • 1 zakje pectine (eventueel)

Bereiding

  1. Spoel de druiven en dep ze droog. Halveer ze en verwarm ze een paar minuten in een diepe kookpan, tot de pitjes loslaten en komen bovendrijven; u kunt ze dan afscheppen met een schuimspaan.
  2. Bestrooi ze met de suiker en besprenkel ze met het citroensap. Voeg er de gespoelde munttakjes aan toe.
  3. Breng het mengsel op een zacht vuur aan de kook. Laat 1 uur zacht koken in de open pan.
  4. Neem de muntblaadjes weg. Schuim af en verdeel de confituur over de potjes.

Kooktip :

Druivensap is arm aan pectine. Als de confituur na een uur koken niet stijf genoeg is naar uw zin, bind hem dan met pectine (als u hem nog langer laat koken, gaat er teveel van de druivensmaak verloren).
Los in een pannetje 1 zakje pectine op in 1 dl water. Verwarm en laat 30 seconden koken. Giet de opgeloste pectine bij de kokende confituur en laat nog 2 minuten al roerend doorkoken.

Sprankelende mocktail met koele druifjes
Sprankelende mocktail met koele druifjes

Ingrediënten

  • 1 aardbei
  • halve banaan
  • 2 el grenadine
  • 1 el kokospoeder
  • 20 cl sprankelend appelsap (Kidibul)
  • 50 g witte en blauwe druiven

Bereiding

  1. Leg 6 druiven 2 u. in de diepvriezer.
  2. 2 Doe een bodempje appelsap in een ondiep schaaltje en het kokospoeder in een ander. Doop de rand van het glas in het appelsap en dan in het kokospoeder.
  3. Verwijder het kroontje van de aardbei en doo phet puntje van de aardbei in het kokospoeder. Snij de halve banaan in schijfjes.
  4. Prik het fruit op een brochettestokje: 1 witte druif, 1 schijfje banaan, 1 blauwe druif, 1 schijfje banaan, 1 witte druif, 1 schijfje banaan en eindig met de aardbei met het puntje naar boven.
  5. Doe de diepgevroren druifjes in het glas. Voeg de grenadine toe en giet er het appelsap voorzichtig bij over de bolle kant van een lepel. Steek de brochette in het glas.

Bron: Colruyt

Druivensap maken

Ingrediënten

  • druiven
  • grote pannen (voldoende voor de druiven)
  • houten spatel
  • zeef
  • uitlekbak
  • potjes of flesjes met metalen deksel
  • soda

Bereiding

  1. Maak de druiven schoon
    Maak de druiven schoon. Pak steeds een takje, spoel het af, verwijder beschimmelde druiven en ris de rest van het takje af, zo in de pan. Kleine takjes of onrijpe druifjes die in de pan terecht komen kan je eruit halen als je ze ziet, maar als er nog iets in blijft zitten, is dat ook niet erg. Pitten hoef je niet vooraf te verwijderen.
  2. Verhit de druiven
    Zet de pan met druiven op een laag vuurtje. Doe het deksel op de pan en roer de massa af en toe eens om met een houten spatel. Je mag water toevoegen, maar dit hoeft niet. Wil je het sap zo puur mogelijk wilt houden, voeg dan niets toe.
  3. Zeef de massa
    Als de druiven allemaal "onder water" staan; (dat kan een paar uur duren) is het sap uit de druiven gekookt. Als je denkt dat alle druiven hun sap hebben afgegeven kun je de massa zeven.
    Leg een zeef op een grote pan en giet er de gekookte druivenmassa met sap in. Laat dit vervolgens rustig uitlekken. Je kunt af en toe even schudden, maar probeer zeker niet de druiven door de zeef heen te persen. Dit gaat ten koste van de smaak. Laat dit eventueel een nachtje staan, afgedekt met een vochtige theedoek.
  4. Kook potjes en flessen uit
    Potjes en flesjes met metalen deksels om straks het sap in te doen, moeten eerst goed schoongemaakt worden. Doe de potjes en deksels (los van elkaar) in een pan met water en sod, breng dit aan de kook en laat het even goed doorkoken. Spoel daarna de potten en deksels om en zet ze op een schone theedoek. Kook liever wat teveel potjes uit dan te weinig!
    Het uitkoken zorgt ervoor dat alle bacteriën uit de potjes en flesjes verdwijnen. Zo vergroot je de kans op een lange houdbaarheid van je sap.
  5. Breng het sap aan de kook
    Als de druivenmassa gezeefd is, giet je het sap weer in een pan en breng dat - wederom langzaam - aan de kook. Dit mag gerust even doorkoken. Doe wel het deksel op de pan; dan kookt het sneller én voorkom je vervelende spetters op je fornuis.
  6. Vul je potjes en flesjes
    Als het sap goed gekookt is, kun je de potjes en flesjes ermee vullen. Vul deze helemaal tot de rand, zodat er echt helemaal niets meer bij kan. Draai vervolgens de dop er stevig op en zet ze ondersteboven. Na ongeveer een kwartier zul je alle deksels een zachte *plop* horen maken: het potje is dan vacuüm getrokken.
    Voorzie de flesjes en potjes van een leuk label met soort en productiedatum en bewaar ze op een koele, donkere plek. Leg het sap voor consumptie nog even in de koelkast voor een extra frisse smaak. Drink het sap na openen binnen een paar dagen op.